Myrthe Sonneveld

Crossing the Bolivian border

| 0 comments

En dan hebben we eindelijk eens een rustig dag. We lopen door het prachtige Cusco met zijn eeuwenoude Spaanse kerken, drinken koffie aan Plaza des Armas, wandelen via San Blas naar de top om over de stad uit te kijken en genieten van de stralend blauwe lucht.  

 Inmiddels hebben we te horen gekregen dat Delta mijn tas op het verkeerde adres heeft bezorgd, namelijk in Lima. 

We willen doorreizen naar Bolivia, want daar kwamen we immers voor en dus stappen we die avond in een nachtbus die ons via Puno naar Copacapana, Bolivia zal brengen. 

Heerlijk geslapen in de luxe cama-ejecutivo tot aan Puno, maar zodra we na een lange stop weer instappen gaat t mis: ik ben misselijk. Als we een paar uur later in de volle zon in de rij staan bij de grens om Peru te verlaten presteer ik het om precies op de grens, jawel, ter hoogte van het metalen kettinkje welke ze laten zakken om voertuigen te laten passeren, de boel onder te braken. Wat een timing. Gelukkig blijft de grens om Bolivia ín te komen pas 100m verderop te zijn dus mijn angst om ziek niet toegelaten te worden blijkt niet gegrond. Opnieuw lang in de rij maar ook deze grens komen we ondanks het gemis van de verplichte gele koorts vaccinatie probleemloos over. Met de grootste moeite loop ik de laatste meters naar ons prachtige hostel waar ik meteen een paar uur diep in slaap val. En wanneer ik bij het ontwaken naast gebrek aan eetlust een hartslag van >80/min in rust blijk te hebben is de diagnose ‘zelfs’ door Michiel snel gesteld: hoogteziekte. Ik slik meteen diamox en Michiel regelt coca bladeren (jaja, die waar cocaïne van wordt gemaakt) want dat is volgens de locals het beste medicijn. Lichtpuntje van de dag, we zitten in het allermooiste hostel dat ik ooit heb gezien, individuele witte huisjes met houten ramen en deuren in de vorm van bladeren, mozaïek bomen in het stucwerk, een glas in lood plafond, panoramaview over lake titikaka, een hot run maar above all: er zijn huislama’s! 

    
   
Diamox en coca bladeren blijken te helpen, de volgende ochtend heb ij een pols van 66/min en ga ik weer als de brandweer. We hebben de boot naar Isla del Sol gemist en dus besluiten we nog een dagje in dit paradijs te blijven. Het is stralend weer en dus zitten we de hele dag buiten in ons tuintje en gluren we bij een lokale bruiloft in het dorp. Helaas is s avonds de beurt aan Michiel, misselijk, rillen, koud: een zonnesteek. Vandaar het advies van de Rough Guide hoedjes te dragen.  

 De volgende dag wel met boot naar Isla del Sol, om 8.30u vertrekken we met ons lunchpakketje in een gammel en bijzonder traag bootje om 2 uur later aan de noordkant van Isla del Sol, het eiland waar volgens de Inca’s de zon ontstaan is, aan te meren. De Inca’s dachten dit omdat er op het eiland rotsen zijn met reusachtige cirkels erin, geen twijfel over mogelijk dus dat daaruit de zon is gesprongen en vervolgens naar de hemel is vertrokken.  

 Wat langzaam omdat we beiden nog herstellende zijn beginnen we aan de trek die ongeveer 3 uur zou moeten duren. We lopen langs prachtige baaien met rotsformaties in verschillende kleuren, via Inca ruïnes naar de op op 4100m. Overal om ons heen zien we water wat gek genoeg geen zee is, maar lake titikaka. Het grootste meer ter wereld op maarliefst 3800m hoogte welke op sommige plekken 281m diep is. 90% van de vissoorten komt enkel hier voor. Geen idee waar we halverwege zijn (zowel in Peru als Bolivia blijkt de bewegwijzering suboptimaal) maar toch beslissen we maar wat harder te gaan lopen als we na 5 uur lopen nog steeds geen haven zien. We worden drie keer belazerd omdat iemand besloten heeft aldaar aan het enige pad op dit autovrije eiland entree te vragen en bereiken net op tijd de zuidelijke haven. Helaas blijken we ook hier opgelicht want met ons retourbiljet mogen we niet mee terug. We zijn inmiddels zelfs in het Spaans mondiger dus lukt het om toch mee terug te mogen. En dat is maar goed ook, over 3 uur vertrekt onze bus naar La Paz. 

Precies op tijd (Bolivianen zijn immers altijd te laat) arriveren we met bagage, Bolivianos (Bs) en voedsel bij de bus. Totaal onverwacht moeten we na een uur de bus uitstappen in het donker. De bus wordt op een houten vlonder gereden en het water ingeduuwd, een kabel onder water trekt hem naar de overkant. Wij mogen voor 2Bs PP met een stinkend motorbootje naar de overkant, waar iedereen geduldig wacht tot er een bekend uitziende bus (die met je bagage!) voorbij komt om de tocht te vervolgen. Op naar het volgende avontuur: La Paz. 

Leave a Reply

Required fields are marked *.