Myrthe Sonneveld

11 November 2018
by admin
1 Comment

Unieke opleidingservaring

Het is vrijdagmiddag 26 oktober, ik zit aan tafel met een stel managers van het crisisteam die moeten zorgen voor een goede en gecontroleerde sluiting van het MC Slotervaart binnen 24 uur. Er is namelijk besloten dat om 15:00 uur alle bedden leeg moeten zijn.

Ik zit daar als leider van het reanimatieteam. Als 2ejaars AIOS interne geneeskunde zit ik namelijk in mijn cardiologiestage op de CCU en draag ik overdag het reanimatiesein. Mijn rol is het leiden van het 5-koppige team bij een eventuele reanimatie. Onze functie is uiteraard 24/7 en vastgelegd in een strak rooster.

Inmiddels ben ik ontslagen, heb ik geen salaris ontvangen en is mij medegedeeld dat ik maandag a.s. verder kan gaan met mijn opleiding in een ziekenhuis elders.

Toch blijkt door het crisisteam te zijn toegezegd dat het reanimatieteam actief blijft, omdat er op de zesde verdieping van het ziekenhuis een volledig verpleeghuis gestationeerd is en maandag de poli deels opengaat. Alhoewel er besloten is om het ziekenhuis acuut te sluiten, loopt men nu steeds tegen zaken aan waaraan niet is gedacht. In plaats van witte jassen kom ik nu vooral goed geklede managers in de gangen tegen. Met klapperende oren hoor ik hun suggesties aan. Ik kan ze allemaal zo onder tafel vegen. Daarnaast hebben we een arbeidstijdenwet. Maar daar was ook nog niet aan gedacht.

 

Als AIOS zijn we verzekerd van een baan, inkomen en opleiding; persoonlijk belang bij behoud van het Slotervaartziekenhuis hebben we dus niet, behoudens het feit dat het al jaar en dag de meest favoriete opleidingsplek is. Des te opvallender dus dat we ons zo opwinden over de gang van zaken.

Vol bewondering hebben we op de bewuste vrijdagochtend tijdens de allerlaatste ochtendoverdracht een college aangehoord van een van de internisten en wordt ons duidelijk hoe treurig de gezondheidszorg in Nederland is geregeld.

Het Slotervaartziekenhuis is eind jaren 60 opgericht en gefinancierd vanuit de overheid. Er was grote vraag naar een ziekenhuis voor de verschoppelingen van het land: onverzekerden, chronisch zieken, prostituees en junkies. Allen duur en tijdrovend. Gelukkig was er geld en dus werd het Slotervaart opgericht, een modern ziekenhuis waar tevens opleiding en onderzoek moest plaatsvinden en waar artsen in loondienst zouden werken om de perverse prikkel tot het uitvoeren van meer verrichtingen weg te nemen. Waar elders in het land een stevige rekening kan worden geschreven wanneer er bij pijn op de borst ook een hartkatheterisatie wordt verricht, krijgt de cardioloog in het Slotervaart gewoon per maand betaald wanneer blijkt dat de pijn door een pukkel wordt veroorzaakt en hij dus geen verrichting uitvoert.

 

In 1996 zakt de landelijke economie in en besluit de gemeente zijn handen af te trekken van het Slotervaart. Het ziekenhuis krijgt het – dan al gedateerde – gebouw cadeau met een lening van 10 miljoen gulden. Bij start is het ziekenhuis dus inderdaad, zoals de media zo graag verkondigt, verlieslijdend. Omdat de populatie grotendeels onveranderd blijft, zijn de inkomsten van het ziekenhuis te laag, al helemaal om te sparen voor renovatie. Maar er was politieke steun waardoor het ziekenhuis het wel kon redden.

In 2006 wordt de zorg geprivatiseerd om de zorg beter en betaalbaarder te maken. Mijn supervisor verwoordt het prachtig: ‘’Marktwerking zou leiden tot betere zorg voor minder geld. In geen ander land was dit aangetoond, zeker in Nederland niet. Er is ook geen pilotstudie in Nederland gedaan om kleinschalig te kijken of marktwerking meer kwaliteit voor minder geld zou opleveren. We hadden inmiddels wel de ervaring dat dit in het onderwijs gefaald had, in het openbaarvervoer bleek het ook niet te werken, bij de nutsbedrijven werkte het niet maar we gingen het in de gezondheidzorg nog een keertje overdoen.’’ En zo geschiedde. Verscheidende besturen komen en gaan, die er ongetwijfeld geld aan hebben verdiend. En dat deze geldstromen met allerlei tussenpersonen en BV’s onoverzichtelijk zijn voor de verzekeraar kan ik me indenken.

De hoge loonlasten van de ZZP’rs hebben zeker bijgedragen aan het geheel, maar ik heb nog niemand gehoord over de kosten die de zorgverzekeraar juist niet gemaakt heeft. Al ruim een jaar wordt ons arts-assistenten op het hart gedrukt dat we rekeningen moeten schrijven (DBC’s openen), er is het afgelopen jaar alleen al op de afdeling interne geneeskunde 1.5 ton misgelopen aan niet geschreven rekeningen. Dat betekent dus dat er gratis zorg is verleend in het ziekenhuis, de zorgverzekeraar heeft geen cent hoeven te betalen. En wat je ook nergens in de media terugleest: juist omdat de specialisten in het Slotervaart in loondienst zijn en dus minder verdienen dan de internisten elders, is het mogelijk om verrichtingen goedkoper te laten uitvoeren. Waar de verzekeraar in het Slotervaart 8.000 euro voor een nieuwe heup moet vergoeden, is dat in een naburig ziekenhuis 15.000 euro. Wat het OLVG rustig verder op kan schroeven nu de monopolie positie wordt vergroot.

 

Kortom, de minister heeft gelijk, het is niet zijn verantwoordelijkheid, want de politiek heeft deze verantwoordelijkheid overgedragen aan de zorgverzekeraar. Dat dat er in dit geval toe leidt dat er mensen gaan overlijden omdat ze geen chemokuur, hartrevalidatie, medicatie of informatie krijgen heeft zelfs het crisisteam nog even niet aan gedacht, laat staan de burgemeester, verzekeraar of minister.

De moed zakt me in de schoenen bij het idee arts te moeten zijn in een land waar de zorg in praktijk zo pervers geregeld is, terwijl het er op papier zo rooskleurig uitziet en er dus geen haan naar kraait. Toch hebben wij a(n)iossen en co-assistenten, onze opleiders, de internisten, cardiologen, MDL-artsen, longartsen en geriaters, beloofd bovenstaande nuance te verspreiden. Strijdlustig zet ik het reanimatiesein in het rek.

 

Inmiddels ben ik herplaatst en begonnen in een ziekenhuis buiten de stad. Een fijne plek met vriendelijke mensen die allemaal vol begrip zijn dat ik het moeilijk vind weer opnieuw te moeten beginnen. Toch sta ik na een werkdag te snotteren bij de bushalte. Want laten we eerlijk zijn, ik wil hier helemaal niet werken. Ik wil werken in het Slotervaartziekenhuis.

Hoogzwanger heb ik 2 jaar geleden staan springen van blijdschap dat ik mijn opleiding tot internist in het Slotervaart mocht beginnen. De allerleukste baan ter wereld, in een ziekenhuis met een leuk team, een fijn opleidingsklimaat en unieke expertise. Maar minstens zo belangrijk: met een overzienbare reistijd zodat ik op tijd thuis ben om m’n kind nog te kunnen zien.

 

Ik scheur heen en weer naar het Slotervaart om zaken te regelen met UWV en curator en pijnig mezelf door de media te volgen. Er wordt beweerd dat er slechte zorg geleverd werd in het Slotervaart door mensen die nooit patiënten zien terwijl dokters en verpleging te druk is met patiëntenzorg om een tegengeluid te kunnen laten horen. Terug in m’n nieuwe ziekenhuis liggen de afdelingen en spoedeisend hulp vol, met twee gesloten ziekenhuizen kunnen patiënten geen kant meer op. Maar ook daar was vast nog niet aan gedacht.

26 March 2017
by admin
0 comments

M&M in the bush

Zuid Afrika 4 – 26 maart 2017
Joepie, eindelijk weer eens een grote lange reis!

Na een jaar vol korte, maar zeer leuke trips in 2016 mogen we nu weer eens 3 weken weg, we gaan naar Zuid Afrika! 
4 maart

De laatste maand van Michiels Gold Membership benutten we optimaal door lekker op tijd naar Schiphol te gaan zodat ik lekker in de lounge gratis eten & drinken naar binnen kan werken.We hebben een tussenstop in Parijs, om vanaf daar met een nachtvlucht naar Johannesburg te vliegen met de A380, een dubbeldekker vliegtuig. Ook hier maken we weer optimaal gebruik van Michiels Gold Membership want we hebben vertraging. Normaliter is dat afschuwelijk maar in dit geval betekent dat dus weer meer drank&voedsel!

De A380 is inderdaad wel heel vet, een loveseat bij het raampje vooraan, dus met beenruimte!

5 maart

Aangekomen in Joburg halen we onze auto op en rijden weer naar onze eerste slaapplek: een super leuke Airbnb in hip Mahoneng. De buurt blijkt leuk en levendig vol koffietentjes en expositieruimtes. Het is zondag en dus is er markt, waar alle locals in ieniemienie strakke kleren zichzelf uitgebreid laten fotograferen. ‘s Avonds zijn we uitgenodigd bij voor een braai (bbq) bij Chris, een collega van Michiel. Hier worden we overladen met tips en adviezen om onze reis veilig en zonder teveel afgezet te worden door te komen.

6 maart

Na een heerlijke nacht horizontaal te hebben geslapen gaan we naar het Apartheidsmuseum, een echt must als in Joburg bent. Een indrukwekkend museum over de apartheid tussen wit en niet-wit, maar ook man-vrouw, gay-straight, die pas in 1948 in de wereld werd geroepen door niemand minder dan een Hollander:?. Schaamtevol en ontdaan lopen we door het architectonisch prachtige gebouw in een poging de geschiedenis te begrijpen.

Waren ‘we’ de Europeanen zo druk tijdens dr wederopbouw? Bemoeien we ons niet zo graag met burgeroorlogen zoals in Syrië? Of was en domweg veel ombekend bij gebrek aan internet om de wereld te laten zien wat er gaande was? Een kwart van de kinderen stierf vóór de eerste verjaardag, zwarte mensen werden ‘gewoon’ verhuisd naar getto’s buiten de stad en de overvolle treinen doen me denken aan de transporten naar Duitsland tijdens de 2e wereldoorlog. En dat terwijl onze ouders in hun hippiepakjes te lagen zonnebaden, zó onwerkelijk.

Gelukkig was daar Madela met zijn engelengeduld en heeft de huidige generatie geen problemen met zwart-wit en leven ze/we meestal prima door elkaar heen.
Op naar het meer vrolijke deel van vandaag. We rijden naar Malelane, ten zuiden van Kruger National Park, om morgen in alle vroegte op safari te kunnen gaan! We slapen in Hhusha Hhusha, een mooi hotel waar we de eerste beesten in de vorm van sprinkhanen tegenkomen. Na een heerlijke plons in het zwembad bakken we boerenwors burgers.
7 maart

Om 5 uur gaat de wekker want wildlife schijnt zich niks van onze vakantie aan te trekken en moeten we om 5:30am bij de poort van het park zijn om als eerste naar binnen te kunnen. Met deze hitte – het is om 8am al 30°C – slapen de katachtigen wel 16 uur per dag en zijn ze dus enkel ‘s ochtends te spotten. Al na 10 minuten hebben we beet; een hele kudde impala’s (waarvan we op dat moment nog denken dat het springboks zijn). Dat we zo snel beet hadden bleek achteraf niet heel verassend, het wemelt hier, en in heel Zuid Afrika, van de impala’s. Binnen twee uur spotten we ook giraffes, zebra’s en moeten we omkeren omdat een neushoorn met mini-neushoorn op de weg staan en niet van plan lijken zich de komende uren te gaan verplaatsen. Gelukkig botsen we na het keren op een groep giraffes en leren dus al snel dat twee keer dezelfde weg geen straf hoeft te zijn. We passeren een krokodil die lekker ligt te chillen op het warme beton van een brug en stoppen bij een groepje leeuwen die rustig onder een boom van de dag liggen te genieten. Voor de lunch parkeren we even later onze mooie Renault Clio midden op de weg met uitzicht op moeder en baby olifant en 2 rhino’s. Nadat de grootste olifant lekker een boom omver heeft staan schuren naast de weg besluit hij vlak naast onze waggie se weg over te steken. Toch wel bang voor dit enorme beest doe ik snel m’n raampje dicht. Iets met schijnveiligheid. 
We slapen twee nachten in een safaritent in Skukuza rest camp, een kamp midden in Kruger met omheining en een zwembadje om af te koelen. Voor 6PM moet je binnen zijn want dan gaat het hek dicht. 


8 maart

Weer een hele dag stil zitten in de auto is niks voor ons en dus rijden we vandaag het park uit naar Blyde River Canyon. Gelukkig is de weg het park uit ook nog zo’n twee uur over onverharde wegen krossen en dus pakken we nog wat gnoe’s (wildebeast) en buffalo’s mee. En natuurlijk veel zazoe’s terwijl we luid mee brullen met de Lion King songs uit de speakers. Via Hazyview (ja het is hier inderdaad vaak mistig) rijden we naar Gods window alwaar we 300 treden omhoog stappen voor een fenominabel uitzicht over het landschap. We rijden verder richting Bourke’ potholes via prachtig landschap wat langzaam veranderd van glooiend Fransachtig naar rotsachtig Nieuw-Zeeland en canyon. Bourke’s potholes zijn meters diepe door water uitgesneden rotsen, nooit zoiets gezien waar we rond mogen wandelen is fantastisch. Blij dat we uit de auto kunnen stappen zonder risico op te worden gegeten door een leeuw. 

Op de terugweg gaat het minder soepel. Na te hebben geoefend in het autoluwe krugerpark mag ik het nu proberen op de grote mensen weg: links rijden. Niks an ontdek ik al snel behalve dat ik steevast m’n gordel aan de linkerkant blijf zoeken. 

En dan is er opeens een enorme pothole in het asfalt, verspreid over twee weghelften waar m’n Clio met geen mogelijkheid aan kan ontwijken. M’n rechterbandje klapt erin, this doesn’t feel right, en ik zet hem snel aan de kant. Flap flap flap, inderdaad, een lekke band. Saaaaai, ik probeer ook eens stoer iets nieuws uit en durf aan de linkerkant te rijden. 

Anyway, gelukkig heb ik Michielie bij me die het avontuur wel kan waarderen. De reserveband blijkt onder de auto te hangen, ik zet een gevarenkruis op de weg waar iedereen wonderbaarlijk braaf voor afremt en een vriendelijke Afrikaan die in de nabij gelegen kolenmijn werkt stopt om te helpen. Binnen no time ligt er een nieuwe band op en ligt de oude in de achterbak. Alleen de wieldop is verdwenen. In Graskop, het eerstvolgende dorp, gaan we opzoek naar een garage voor een nieuw wiel. Met deze wegen lijkt rijden zonder reserve band niet t beste plan. Gelukkig ziet de monteur een oplossing: met een grote hamer beukt hij het wiel weer uit en pompt de band weer op, niks meer van te zien. Toch maar opzoek naar de wieldop dan. Na het terugvinden van ‘onze’ pothole in deze gatenkaas kost het slechts een paar minuten door het gras huppelen voor Michiel hem ziet, hebbes!
Nu toch even flink doorrijden om weer voor de avondklok terug in ons kamp te zijn. 
9-3-17 tm 12-3-17

Opnieuw vroeg op om wildlife te spotten terwijl we ons verplaatsen naar Africa on Foot, een private game reserve. We hebben gehoord dat er 1 brug nabij Skukuza dicht is door een recente regenbui maar welke is onbekend, dus gokken er maar 1. En inderdaad, bij aankomst blijkt deze ontoegankelijk en keren we om. Maar helaas, ook de volgende brug is stuk en dat betekent dat we helemaal af moeten zakken naar Lower-Sabie om de Sabie rivier over te kunnen steken. 

Gelukkig is er weer een hoop te zien en vinken we nog wat hippo’s, buffels en giraffen af voor we weer naar het noorden rijden via Tshokwane richting Sutara naar Muzandzeni en Bobbejaan Krans voor we het Krugerpark verlaten via Orpen gate. 
Ons private game reserve Africa on Foot ligt aangrenzend aan Kruger, bij Timbavati en Klaserie. De dieren kunnen vrij de ‘grens’ passeren maar omdat het terrein eigendom is van een bepaalde familie mag dus verder niemand erop. 

Helaas blijkt de wildcard die we kochten met het idee 6 dagen in het park te verblijven hier niet geldig en betalen we opnieuw park entrance fee. Extra sponsoring voor de strijd tegen rhino poaching (stroperij) dan maar.

Africa on Foot blijkt het meest luxueuze verblijf te zijn wat we ooit hebben gehad. De prachtige hutjes met hemelbed liggen bijeen rond zandpadjes die dagelijks worden geharkt ondanks dat het wildlife rustig rond banjert omdat hier geen hekken zijn. Het zwembad wordt door olifanten vooral gezien als drinkplaats, er is een zelfgeslagen waterput en alles werkt op zonne-energie, water wordt verwarmd door een houtkachel. 

Het eten is verrukkelijk én gezond, afgezien van de taart om 4PM bij de high-tea. 

Naast ons verblijft er ook nog een 9-koppig Canadese familie, groter is het park niet. Het leuke aan Africa on Foot is dat er s ochtends een lopende safari is van 5:30AM tot 8:30AM, waarna er een heerlijk ontbijt staat te wachten, gevolgd door chill tijd voor jezelf bij t zwembad of in de boomhut, lunch, high-tea en de avond safari met jeep van 4:30PM tot 7:30PM met borrel in de bush en een stuk in het donker! 

Omdat de dagdieren (giraffen, impala’s, gnoe’s, etc.) 45 minuten niet kunnen zien nadat hun ogen belicht zijn door een zaklamp en daarmee in het nadeel zijn tov nocturals mogen we deze niet beschijnen. Gelukkig is het bijna volle maan en zien we deze dagen ook een hoop slapende giraffen en impala’s, cool! Ook spotten we pumba, een warthog met zijn drie weken oude baby als we ze snappen in een termietenheuvel, bush baby’s, kudu’s, hyena’s, wild dogs en heel in de verte een Leopard. Pech voor ons waait het waardoor de dieren (en rangers) niet meer goed kunnen horen. Hier worden ze onrustig en mogelijk gevaarlijk van. De eerste ochtendwandeling wordt dus een jeep tocht waarbij we wel een rhino moeder met twee baby’s zien. De volgende dag blijkt een safari wandeltocht wel echt heel leuk. Afgezien van dat we eindelijk weer een beetje mogen bewegen snappen we nu ook waarom wind gevaarlijk is. Je hoort de vogels niet die bij bepaalde dieren horen maar ook de impala’s, buffels en wilde horen zelf kun je te voet goed horen terwijl ze weg galopperen, thank god in de andere richting (zie lion king). 
We leren de voetsporen en uitwerpselen van leeuwen, impala’s, zebra’s, leopards, etc. te volgen (de olifant heeft een vette pootafdruk vol kronkels), hoe dieren hun territorium afbakenen met poep en plas en dat de suïcide bird zijn vrouwtje versiert door een vrije val te maken uit de lucht en zich zo dicht mogelijk boven de grond pas weer herpakt. 

We zien twee mannetjes leeuwen die net een Buffalo hebben gedood en liggen te rusten tijdens de after diner dip. Wilde honden die paren terwijl aasgieren rondjes boven hun hoofd cirkelen, klaar om het resterende karkas op te eten en een hele school giraffen (12 stuks!) die ons net zo aangapen als wij hen en ons met 12 lange nekken volgen als we bewegen terwijl ze gezapig gras kauwen tot er eentje zijn follow-me ears uitzet (de achterkant is wit) als teken dat de rest hem/haar moet volgen. Giraffen zijn geweldig. 

We leren super veel van onze gewapende rangers Greg, Shade en Alma over hoe je kunt overleven in de bush. Bij welke struik je een waterhole moet gaan graven, hoe van verscheidende bomen tandenborstel, tandpasta en wc-papier kan worden gemaakt. Hoe je een gigantische spin met harige poten uit z’n hol lokt en een eindeloze rij dier- en vogelnamen. 

Net buiten het kamp, wat toch al niet omheind is, is een enorme boomhut gebouwd waar we de laatste nacht slapen. Onder een klamboe, alleen in de bush, super gaaf! En ook best spannend als we een troep hyena’s, wilde honden en warthogs voorbij horen en zien komen. 

Dag Pumba, Simba en Zazoe, op naar het volgende avontuur.

9 December 2016
by admin
3 Comments

Sunny San Diego

Sunny San Diego

Na het publiceren van de eerste drie hoofdstukken van mijn proefschrift mag ik 2016 afsluiten met een oral presentation op werelds grootste hematologie congres in het zonnige San Diego. Gelukkig weet ik collega Sanne zo ver te rijgen om er wat dagen aan te plakken en zo vliegen we al op maandag naar Southern California.

Geïnspireerd door reisgidsen en tips van collegae verblijven we de eerste dagen in Airbnb The blue house in Ocean Beach, zoals de naam al doet vermoeden nabij het strand. Tot mijn grote vreugde en verbazing wordt er n San Diego gezond (en veel Vegetarian en Vegan) gegeten. Nu, 10 dagen later heb ik nog steeds geen Macdonalds of Burgerking gezien. Onze favoriet wordt de acai bowl een smoothie van aca bessen met verse aardbeien blue berries kokos en noten wat een feest! It turns out dat Sanne net zo gelukkig wordt van eten (lees: een vreetzak is) als ik en samen struinen we de lokale koffie en lunchtentjes af voor de beste koffies met kokos en pompoen flavor. We vertoeven een dag in La Jolla waar we in de bloedhete zon eggs benedict met Hollandaise saus avocado en mapple bacon ontbijten terwijl uit de speakers ‘Let it snow’ schalt, ik kan mijn geluk niet op. Tijdens onze stevige wandeling langs de kliffen in een poging dit ontbijtje te compenseren lopen we onverwacht tegen zeehonden, pelikanen en ander prachtig gevogelde aan, toch net zo goed ingelezen dus. De zee en de natuur zijn prachtig, opnieuw zijn we blij verrast. M’n presentatie oefenen voor de vogels in m’n bikini op het strand aan de Pacific ocean, ik kan me slechtere werkdagen herinneren.

Na ook Balboa Park, Little Italy en North Park te hebben ontdekt en een fotoshoot met de kerstman op het strand onder een enorme kerstboom gevuld met strandballen als kerstballen arriveren ook de andere collega’s en kan het congres beginnen. Anders dan vorig jaar in Orlando, Florida is dit zowaar een mooi congrescentrum, aan het water met veel glas, open ruimtes en buiten terrassen om even bij te komen van alle informatie de je net tot je hebt genomen. Na het ophalen van mijn Abstract Award loop ik mijn voorganger Rick tegen het lijf de tegenwoordig een waanzinnig succesvolle postdoc in Canada is en het ene na het andere high impact paper publiceert. Hij moet morgen in dezelfde sessie als ik presenteren en weet me ‘gerust te stellen’ door te vertellen dat we op prime time moeten presenteren en er wel veel slimme (lees: belangrijke) mensen in de zaal zullen zitten. Dankjewel Rick.

Met oude bekenden van mijn stage op Curaçao, van de studie en met een toekomst collega als intenst in opleiding vertrekken we de avond naar Del Coronado een schiereiland met een prachtig in kerstsferen versierd hotel tussen de palmbomen aan het strand. We treffen het, er is de avond een kerstparade! Met Suthesh ren ik de Red Blood Cell run en sluit ik aan bij het jaarlijkse AMC diner. Ik begin steeds beter te begrijpen waarom m’n bazen zulke congressen, los van de tropische locatie, kunnen waarderen. Het is toch best wel heel erg leuk om met (oud) bekenden op te trekken en nieuwe avonturen te beleven.

Tijd voor mijn presentatie, daar doe ik het ten slotte toch allemaal voor. M’n verhaal gaat goed soepel en volgens mij ben ik niks vergeten te vertellen. Ook nu weer verdwijnen de zenuwen na de eerste slide en blijkt het toch best wel leuk om mijn data te laten zien hier heb immers 2.5 jaar lang patentensamples voor verzameld, me suf gepipetteerd en eindeloze statistische analyses gedaan. Zelfs de discussie gaat erg goed! Na 3 jaar hersens kraken zit ik er lekker in en kan ik mee filosoferen over de mogelijke verklaring van mijn bevindingen. Na afloop komt er een associate professor naar me toe om te vragen of hij mijn data op de ‘ASH Highlights’ mag laten zien in St. Louis, cool!

Wat een mazzel dat ik al zo vroeg in het congres mocht presenteren. Nu kan ik de rest van het congres zonder zenuwen volgen en nog goed opletten ook. Na Taco Tuesday, we zitten immers vlakbij Mexico, is het nu tijd om ook de andere lokale treats te proberen. Papardelle met lobster, salades met zalm en alsof ze ons verwachtten is er ‘Extraordinairy desserts’, waar ze de aller aller lekkerste en grootste stukken taart verkopen de ik ooit heb gehad. Life is good J

Na het congres is er nog tijd voor een laatste wandeling langs het prachtige strand van Pacific Beach om nog even van de heerlijk warme zonnestralen te genieten voor we weer naar de kou vertrekken. Een situatie om Sanne’s honger naar een hotdog te stillen wordt gecreëerd bij een ijshockey wedstrijd. De San Diego Gulls tegen het Canadese Bakersfield. Schaamteloos wordt er een blik geluid, licht en gejoel opengetrokken als het thuisteam opkomt. Doodstil is het als de tegenstander opkomt. Hetzelfde gebeurt wanneer er gescoord wordt. Naast ons zit een jongen van een jaar of 17 met zijn moeder die luidkeels de tegenstander verrot scheldt, moeder lacht er schaapachtig om. Om de paar minuten wordt het spel stilgelegd voor filmpjes en muziekjes, de spelers mogen elkaar klaarblijkelijk met blote vuisten in elkaar stompen terwijl de scheidsrechter toekijkt luid gejoel vanuit de zaal de mensen vinden het prachtig. Ik kan mijn ogen net geloven. Ik snap nu wel waarom veel Amerkanen oprecht denken dat het Amerikaanse volk beter is dan de rest, als je van jongs af aan opgroeit met deze zelfverheerlijking is het lastig je ertegen te verzetten.

Desalniettemin hebben we enorm genoten van San Diego. Een leuke stad met mooie natuur waar het net als in iedere andere grote stad gewoon de kunst is om de toeristische plekken te vermijden, dan is het er heerlijk!

9 December 2015
by admin
1 Comment

Florida: an oral presentation, abstract award, blood cell run and lots of sun

The trip continues to Florida, USA waar het jaarlijkse hematologiecongres van de American Society of Hematology (ASH) wordt gehouden. Samen met 24.000 andere mensen luister ik dagenlang naar de nieuwste bevindingen in zowel maligne hematologie over bijvoorbeeld leukemie als niet-maligne hematologie over sikkelcelziekte maar ook mijn eigen onderwerpen: immunohematologie en bloedtransfusie. Anders dan mijn vorige internationale congres in Banff, Canada, is mijn basiskennis dit keer wél voldoende om het merendeel te kunnen begrijpen en voel ik me helemaal op mijn plek.
Mijn recente project valt duidelijk in de smaak want met het door mij ingestuurde abstract word ik gevraagd een oral presentation te houden en win ik een abstract award! Zoals je zou verwachten bij een congres voor 24.000 mensen zijn de zalen gigantisch. Één van de zalen is zo groot als de halve jaarbeurs, de spreker staat als een klein stipje ver weg op het podium omringt door enorme schermen waarop zijn hoofd reusachtig groot wordt vertoond. Lichte paniek bekruipt me bij het idee dat ik straks ook voor zo’n volle zaal moet staan. Gelukkig valt het mee en passen er in ‘mijn’ zaaltje W308 maar een paar honderd man. Om geld in te zamelen voorde ASH foundation waarvan weer beurzen voor arme onderzoekers als ik worden uitgekeerd zijn er allerlei activiteiten, zo ook de Blood Cell Run. Samen met twee collega’s sta ik ’s ochtends om 7.15AM in de hitte van Orlando, Florida aan de start. Het valt me erg zwaar na al die weken vakantie maar met 5km (nee, langer was niet mogelijk, wel korter) in 24:37min. op een overall 149e plek (in totaal 1000 mannen en vrouwen) ben ik toch best tevreden. Een uur voordat ik mijn presentatie moet houden krijg ik bericht dat een ander gesubmit artikel onder kleine voorwaarden zal worden geaccepteerd, feest! Vol positieve energie – ik vind het behalve spannend namelijk ook wel erg leuk om te laten zien waar ik een jaar op heb zitten pipetteren – begin ik mijn presentatie, en het gaat goed! Kennelijk heb ik de concurrentie met Mickey Mouse in het nabij gelegen Disneyland gewonnen want er zitten aardig wat mensen inde zaal. Ik krijg veel vragen van geïnteresseerde mensen vanuit de hele wereld en word zelfs na afloop van de sessie benaderd. Als kers op de taart gaan we ’s avonds uiteten met de afdeling hematologie van het AMC in een heerlijk visrestaurant en kan ik iedereen mijn badge, behangen met vlaggen voor m’n prestaties laten zien, met het oog op mijn verdere carrière kan ik niet anders zeggen dan dat dit een bijzonder geslaagde dag is.         
   
Maar behalve werk heeft Florida meer te bieden. Zo kun je hier bijzonder goed zwemmen, zonnen en winkelen. Ik houd niet van roze en heb al maanden niet gewinkeld om te sparen voor mijn droomreis naar Bolivia maar hier in Orlando blijk ik toch een echte vrouw. Ik ga me helemaal te buiten en koop gênant veel kleren, schoenen en tassen. Een snel bezoek aan Ashley en Lori in het prachtige Viera aan de oostkust met een snelle blik op Cape Canaveral (oké het ligt niet aan mij, ook autocorrect wil hier dolgraag carnaval van maken) maken de trip compleet. Some people do have it all, and today I feel like I’m one of them. 

     

  

     
 

2 December 2015
by admin
1 Comment

Not quite made it to the top

Na een paar dagen de verloren kilo’s bij eten in het prachtige Potosi en Sucre maken we ons klaar voor de volgende en meest challeging trip: het beklimmen van Huayna Potosi, 6088m. 

Voor we vertrekken worden we uitgerust met skipak, helm, klimijzers en pikhouweel. Ik vrees dat de vrouw die ons helpt oprecht denkt mij een plezier te doen met de paars/roze outfit die ze me aanreikt. We rijden naar basecamp refugio op 4700m vanaf waar we naar een gletsjer lopen voor iceclimbing lessons. Gelukkig verblijven we inmiddels al zo’n 3 weken boven de 3600m en zijn onze rode bloedcellen klaar voor een wandeling naar grote hoogte. Iceclimbing maakt niet moeilijk en leerbaar als ik ben kopieer ik gewoon de techniek van guide Theo. Terug in de refugio (Theo is inmiddels al naar Campo alto (high camp) vertrokken ivm een spoedgeval) krijgen we van de vrouw des huizes nog net een bord eten voorgeschoteld voor ze roept ”hasta domingo” en de deur achter zich dicht zwaait. Zitten we dan, halverwege een berg in een refugio waar het 9 graden is en er ‘s nachts op de deur wordt gebonkt door nieuwe gasten. Een avontuur is het nu al. 

De volgende dag verschijnt er vanuit het niets een nieuwe gids, Lucio die ons mee naar boven zal nemen. Tot boven de 5000m lopen met 15kg slaapzakken, voedsel en klimgerij op je rug blijkt toch andere koek. Nauwelijks in staat hardop te praten prijs ik mezelf gelukkig met de roei-, fiets-, ren-, en triathlon wedstrijden van afgelopen jaar. Als ik niet topfit was geweest was ik met geen mogelijkheid boven gekomen. Genoeg tijd om na te denken als je toch niet kunt praten dus vraag ik me af: is het mogelijk te hyperventileren op 5000m? Het idee van hyperventileren is immers dat je door te snel ademen te veel zuurstof binnenkrijgt. Op 5000m hoogte zit er al maar 50% minder zuurstof in de lucht alsof je in een plastic zak ademt nog voor je begint met hyperventileren. 

Anyway, we halen het keurig binnen de tijd naar Campo alto op 5130m waar we een paar uur acclimatiseren (lees: eten en slapen van 6PM tot middernacht) om om 1AM naar de top te vertrekken. Nog voor de wekker gaat ben ik al wakker van de bliksemflitsen. Balen, sneeuw en onweer. Er wordt besloten tot 2AM te wachten en dus wordt er nog maar een potje geschaakt met de Duitser Simon die diezelfde nacht de tocht zal ondernemen. Om 2AM is het onweer inderdaad overgewaaid en dus besluiten we een poging te wagen. Het sneeuwt echter nog steeds en het is mistig dus Lucio stelt ons alvast teleur dat we de top niet zullen gaan halen, te gevaarlijk. 

Een paar uur ploeteren we in het pikkedonker met hoofdlamp over het ijs waar inmiddels zo veel sneeuw op ligt dat we iedere stap wegzakken tot onze knieen, loodzwaar. Op een gegeven moment zie ik gletsjerspleten, links en rechts, ik kan er niet omheen dus moet ik er óverheen. Ik denk lichte gedachten en doe een schietgebedje. Wanneer we bij een grotere spleet aankomen die slecht zichtbaar is door de enorme vak sneeuw die naar beneden komt ga ik zitten. Ik denk aan Fieke die op kinderkamer al over gletsjerspleten sprong maar kijk om me heen naar de sneeuw terwijl het weer is gaan bliksemen, weet dat we de top toch niet gaan halen en denk: ik ben toch zeker gekke Henkie niet? 

Terug in de Campo alto refugio komt een uur later ook German Simon weer binnen die ons weet te vertellen dat niemand van de 15 pogers het die nacht tot de top heeft gehaald.   

  Door de sneeuw dalen we verder af naar basecamp waar de volgende uitdaging wacht: de refugio is op slot en onze spullen liggen binnen. Moe en koud breken we in via het enige raam zonder tralies en klim ik naar binnen. Opgelost. 

Als vervolgens blijkt dat we nog twee uur op ons transport moeten wachten omdat Lucio op moet lossen dat er een groep zonder guide zit (Theo blijkt dronken in La Paz te zitten), is hetduidelijk. Bolivia is klaar met ons, terug naar Peru. 

30 November 2015
by admin
0 comments

Me gusto la bonita Bolivia

Van alle vervente reizigers die ik de afgelopen jaren vroeg welk land ik zeker nog moest bezoeken kreeg ik steevast het antwoord: Bolivia. Na een vijf daagse tour via Sajama, Salar Coiposa, Salar Uyuni en Parc Nacional Eduardo Avoroa weet ik dat ze gelijk hebben. Bolivia is het meest mooie en veelzijdige land dat ik ooit heb gezien. Na dagenlang hobbelend in een 4×4 besef ik dat het onmogelijk gaat zijn al deze prachtige landschappen te beschrijven. Toch ga ik een poging wagen. 

Sajama, met 6542m de hoogste piek van Bolivia en tevens de naam van het oudste Boliviaanse National Parc, opgericht om uitsterven van de Vecunas (neefje van de lama) te voorkomen. Het ligt aan de westgrens van Bolivia en behalve vrachtverkeer richting Chili komt er geen openbaar vervoer. Jaarlijks bedoeken 4500 mensen het park. Ouderwets als ik ben zoek ik alles op in m’n reisgids en kom ik tot de conclusie dat we hier niet kunnen komen. Lucky me is Michiel wat moderner en vindt hij online een vijf daagse Tour van La Paz via Sajama naar zuid-west Bolivia. 

We worden opgehaald bij ons hostel door Alejandro, de guide anex driver anex cook in een 4×4 welke we de komende dagen zullen delen met Scotty and Emily uit Californië, David uit Nieuw-Zeeland en Jamie uit Singapore. We verlaten La Paz aan de westkant en rijden over de snelweg richting de Chileense grens, halverwege de weg naar Oruro slaan we af richting Sajama op een onverharde weg. De eeuwig besneeuwde top van Sajama komt steeds dichterbij terwijl we tussen de kuddes lama’s en alpaca’s doorrijden. Picknick lunch met rijst en kip aan de rivier tussen de alpaca’s tot we worden opgejaagd door een oude vrouw – de alpacahoedster – omdat wr haar kudde uiteen hebben gedreven. Ze wordt omgekocht met bananen, 20 Bs en een halve fles cola. Rond Sanama liggen maarliefst 87 geisers, allen met een andere kleur en temperatuur. Fris als het hierboven is duiken we verderop in een natuurlijke hotspring. 

De volgende dag rijden we naar Salar de Coipasa, de op één na grootste zoutvlakte van Bolivia die enkel wordt gebruikt voor zoutwinning, we zien de hele dag dan ook geen enkele andere toerist, joepie! We bezoeken Chullpas, tombes uit +/- 1300AD, groot en vierkant, meestal geschilderd in de Inca kleuren rood, zwart en wit. We zien zelfs echte mummies, allen in foetushouding omdat men geloofde in reïncarnatie. De zoutvlaktes zijn spierwit en zó glad dat het door de reflectie lijkt alsof de omringende bergen in de lucht zweven. Ik kan er uren naar kijken.  

 Na onze eerste nacht in een zouthotel gaan we naar het beroemde Salar de Uyuni, de grootste zoutvlakte ter wereld en zien we voor het eerst in 2 dagen andere toeristen. Salar de Uyuni is wat roder en heeft een cactuseiland Isla Incahuasi, welke vol staat met cacti van wel 10m hoog. Omdat de Salar is ontstaan uit een opgedroogde rivier lopen we hier niet over rots maar koraal. Het is ijzersterk maar knispert als verschuivende dakpannen onder je voeten. Vrolijk huppelen we rond over de uitgestrekte witte vlakte.   

 
   

 Dag vier is een drukke dag, niet zozeer omdat we helemaal naar het zuid-westen van Bolivia, Park Nacional Eduardo Avoroa rijden maar omdat het landschap iedere 30 minuten compleet veranderd. M’n arme hersenen hebben er moeite mee al dit moois op te slaan. Vanaf de Salar via rode vulkangrond met enorme rotsformaties naar Laguna Canapa waar het volstaat met flamingo’s. Door naar het prachtig groene sulfaat Laguna Hedionda waar zo mogelijk nog meer flamingo’s staan op slechts een meter afstand. Voor we kilometers lang door de woestijn zullen rijden. Het is gortdroog, warm en winderig en dat alles nog altijd op meer dan 4000m hoogte. We krijgen een lekke band welke Alejandro in een handomdraai verwisselt en rijden door naar Desierto de Siloli waar we onder andere de beroemde arbol de piedra (stone tree) zien en sluiten af met Laguna Colorada. Opnieuw een lagoon maar dit keer gevuld met Bordeaux rood water en natuurlijk de bijbehorende flamingo’s.   

 Op de laatste dag gaat de wekker om  4AM voor een feestontbijt met panecakes (ik probeer niet te denken aan de arme ziel die die om 3AM heeft staan bakken) zodat we om 5AM kunnen vertrekken naar de geisers. Gelukkig hoeven we niet te douchen want om 6.30AM springen we in een heerlijk warme hotspring. Het einde van deze ongelofelijk mooie tour met leuke groep komt bijna tot een einde, we bezoeken Laguna Blanco en Verde (door het magnesium, zonder flamingo’s dus) alvorens we Scotty, Emily en David afzetten in Chili. Chili check! En dan terug naar Uyuni, 400km onverharde weg, dit keer zonder lekke band. Enorm getraind in lang zitten en naar buiten kijken besluiten we meteen in de bus te stappen terug naar civilisation: Potosi, de hoogste stad ter wereld op 4067m. 

24 November 2015
by admin
0 comments

La Paz and around

La Paz, de hoogste hoofdstad ter wereld, we slapen in Hostal Republica, een oud huis van een voormalig president, oud en vervallen maar schoon en met prachtige binnenplaatsen en balkons. 

Geld pinnen blijkt een probleem in Bolivia. Anders dan in Peru werkt onze Maestro pinpas hier niet, we proberen wel zeven verschillende banken uit voor iemand ons verteld dat we bij Banco Mercantile moeten zijn. Opnieuw doorkruisen we het centrum van La Paz, propvol met micro’s, 12-persoonsbusjes waar met gemak 30 Bolivianen in worden gepropt en die het meest gebruikte openbaarvervoersmiddel zijn. Net als Lima heeft ook La Paz een wijk Miraflores waar het rijker en rustiger is en waar we heerlijke pannenkoeken met Andean blueberries eten. Opzoek naar Iglesia San Fransico, de meest indrukwekkende kerk van La Paz passeren we de beruchte doch gezellig roze geschilderde San Pedro gevangenis waar véél meer gevangen zitten dan er cellen zijn en de politie corrupt is. Bezoek mag vrij in en uit lopen, op eigen risico. Nog altijd geen supermarkt gezien in deze hoofdstad maar er is wel een gigantische ‘market district’ waar de verschillende afdelingen ‘netjes’ per straat verdeeld zijn: verf en klusgerei in de ene, groente en fruit in de volgende. Vrouwen met bolhoeden en enorme rokken die liggen te slapen tussen de stapels eieren die ze verkopen, ik kijk mijn ogen uit. 

De volgende dag, daar sta ik weer, met lood in mijn schoenen het volgende en hopelijk laatste onderdeel van deze trip waar ik toch een beetje tegenop zie: mountainbiken van 4700m hoogte naar 1200m in 64km over de meest gevaarlijke weg ter wereld: the death road. Zeer tevreden met onze keus voor touroperator Barracuda stappen we om 7.30AM met driver Marco, guide Gustavo en één andere deelnemer Tibo in een micro naar boven. Onderweg koop ik Olaf, een opblaas sneeuwpop en krijg er een enorme Panetone (kerstcake) bij. Een waanzinnig wetenschappelijk opgezet onderzoek zal vandaag uitwijzen dat Olaf blij en strak gespannen is op 4700m, zielig verschrompelt tot een hoopje plastic op 1200m om vervolgens weer bright and shiny aan de top te verschijnen op 4700m. 

Het eerste stuk gaat gelukkig over asfalt. I can do that! Dolgelukkig fiets ik tussen de prachtige bergen met een ‘rotgang’ naar beneden. Een paar jaar geleden is deze belangrijke weg tussen het noorden van La Paz en de amazone geasfalteerd op kosten van de regering omdat dit de belangrijkste handelsroute voor cocaïne is en de toenmalige persistent vriendjes was met de cocainebazen. De huidige president Morales pakt het anders aan. Al het geld dat door voormalige presidenten is verdiend wordt uitgegeven aan de bouw van scholen en ziekenhuizen. Morales heeft het hele land voorzien van water, elektriciteit en televisie maar koopt ook graag privé vliegtuigen en helicopters. Geen wonder dat hij populair is bij het volk. Klein minpuntje is echter dat zijn tweede – en volgens de grondwet dus laatste – regeringstermijn bijna is afgelopen maar hij dolgraag aan de macht wil blijven. Zo graag zelfs dat er nu een referendum komt om de grondwet aan te passen. Bij zijn vorige poging werd er tegen gestemd daarom probeert hij het nu nog eens in andere woorden en is de leeftijdsgrens om te mogen stemmen verlaagd naar 16. 

Na 23km is het uit met de pret en slaan we af op de oude, onverharde death road waar nog steeds ieder jaar wel iemand zich te pletter rijdt in het ravijn. Wat is het toch dat mensen zo graag levensgevaarlijke dingen willen doen? Gus vertelt echter iedere paar km welk obstakel (landslide, waterfall, babyhaeds) ons te wachten staat en heeft een fluit voor als een grote truck ons tegemoet komt. Achter ervaren Pyreneeën fietser Tibo en Michiel aan hobbel ik steeds harder naar beneden. Voor de zekerheid het hele stuk staand uit m’n zadel met m’n gewicht naar achteren, dat gaat zeer doen morgen. Vol adrenaline komen we een paar uur later beneden aan, tijd om af te koelen in de beek! 

Opnieuw een dag in La Paz. Met El Teleferico, een Oostenrijkse skilift die in 2014 is aangelegd als een soort bovengrondse metro, gaan we naar the cemetary district. Als een appartementencomplex zijn de graven stapels hoog opgebouwd. 

Boven aangekomen stappen we in een micro naar Tewanaku, een pre-Inca volk van 1500BC welke uitstierf door een enorme klimaatverandering 500AC. Toch kregen ze het voor elkaar in die tijd ijzer te smeden, gereedschap te maken en enorme tempels met uitgehouwen beelden te bouwen. Terug in La Paz eten we lama en slaan we flink in voor morgen, koekjes scheppen bij de lokale bakker, 1/2 kilo voor 13 Bs, wc-papier en snacks uit een stalletje van nog geen m2 groot, we zijn er klaar voor! 

 

18 November 2015
by admin
0 comments

Crossing the Bolivian border

En dan hebben we eindelijk eens een rustig dag. We lopen door het prachtige Cusco met zijn eeuwenoude Spaanse kerken, drinken koffie aan Plaza des Armas, wandelen via San Blas naar de top om over de stad uit te kijken en genieten van de stralend blauwe lucht.  

 Inmiddels hebben we te horen gekregen dat Delta mijn tas op het verkeerde adres heeft bezorgd, namelijk in Lima. 

We willen doorreizen naar Bolivia, want daar kwamen we immers voor en dus stappen we die avond in een nachtbus die ons via Puno naar Copacapana, Bolivia zal brengen. 

Heerlijk geslapen in de luxe cama-ejecutivo tot aan Puno, maar zodra we na een lange stop weer instappen gaat t mis: ik ben misselijk. Als we een paar uur later in de volle zon in de rij staan bij de grens om Peru te verlaten presteer ik het om precies op de grens, jawel, ter hoogte van het metalen kettinkje welke ze laten zakken om voertuigen te laten passeren, de boel onder te braken. Wat een timing. Gelukkig blijft de grens om Bolivia ín te komen pas 100m verderop te zijn dus mijn angst om ziek niet toegelaten te worden blijkt niet gegrond. Opnieuw lang in de rij maar ook deze grens komen we ondanks het gemis van de verplichte gele koorts vaccinatie probleemloos over. Met de grootste moeite loop ik de laatste meters naar ons prachtige hostel waar ik meteen een paar uur diep in slaap val. En wanneer ik bij het ontwaken naast gebrek aan eetlust een hartslag van >80/min in rust blijk te hebben is de diagnose ‘zelfs’ door Michiel snel gesteld: hoogteziekte. Ik slik meteen diamox en Michiel regelt coca bladeren (jaja, die waar cocaïne van wordt gemaakt) want dat is volgens de locals het beste medicijn. Lichtpuntje van de dag, we zitten in het allermooiste hostel dat ik ooit heb gezien, individuele witte huisjes met houten ramen en deuren in de vorm van bladeren, mozaïek bomen in het stucwerk, een glas in lood plafond, panoramaview over lake titikaka, een hot run maar above all: er zijn huislama’s! 

    
   
Diamox en coca bladeren blijken te helpen, de volgende ochtend heb ij een pols van 66/min en ga ik weer als de brandweer. We hebben de boot naar Isla del Sol gemist en dus besluiten we nog een dagje in dit paradijs te blijven. Het is stralend weer en dus zitten we de hele dag buiten in ons tuintje en gluren we bij een lokale bruiloft in het dorp. Helaas is s avonds de beurt aan Michiel, misselijk, rillen, koud: een zonnesteek. Vandaar het advies van de Rough Guide hoedjes te dragen.  

 De volgende dag wel met boot naar Isla del Sol, om 8.30u vertrekken we met ons lunchpakketje in een gammel en bijzonder traag bootje om 2 uur later aan de noordkant van Isla del Sol, het eiland waar volgens de Inca’s de zon ontstaan is, aan te meren. De Inca’s dachten dit omdat er op het eiland rotsen zijn met reusachtige cirkels erin, geen twijfel over mogelijk dus dat daaruit de zon is gesprongen en vervolgens naar de hemel is vertrokken.  

 Wat langzaam omdat we beiden nog herstellende zijn beginnen we aan de trek die ongeveer 3 uur zou moeten duren. We lopen langs prachtige baaien met rotsformaties in verschillende kleuren, via Inca ruïnes naar de op op 4100m. Overal om ons heen zien we water wat gek genoeg geen zee is, maar lake titikaka. Het grootste meer ter wereld op maarliefst 3800m hoogte welke op sommige plekken 281m diep is. 90% van de vissoorten komt enkel hier voor. Geen idee waar we halverwege zijn (zowel in Peru als Bolivia blijkt de bewegwijzering suboptimaal) maar toch beslissen we maar wat harder te gaan lopen als we na 5 uur lopen nog steeds geen haven zien. We worden drie keer belazerd omdat iemand besloten heeft aldaar aan het enige pad op dit autovrije eiland entree te vragen en bereiken net op tijd de zuidelijke haven. Helaas blijken we ook hier opgelicht want met ons retourbiljet mogen we niet mee terug. We zijn inmiddels zelfs in het Spaans mondiger dus lukt het om toch mee terug te mogen. En dat is maar goed ook, over 3 uur vertrekt onze bus naar La Paz. 

Precies op tijd (Bolivianen zijn immers altijd te laat) arriveren we met bagage, Bolivianos (Bs) en voedsel bij de bus. Totaal onverwacht moeten we na een uur de bus uitstappen in het donker. De bus wordt op een houten vlonder gereden en het water ingeduuwd, een kabel onder water trekt hem naar de overkant. Wij mogen voor 2Bs PP met een stinkend motorbootje naar de overkant, waar iedereen geduldig wacht tot er een bekend uitziende bus (die met je bagage!) voorbij komt om de tocht te vervolgen. Op naar het volgende avontuur: La Paz. 

13 November 2015
by admin
0 comments

Travelling light to the Machu Picchu

Eindelijk, ik mag naar de zoutvlaktes ik Boliva! En omdat vliegen op Lima, Peru veel goedkoper is krijgen we Peru er ‘gratis’ bij. Klein obstakel, mijn bagage is niet gearriveerd en niemand weet op welk continent hij is achtergebleven. Toch reizen we na twee dagen Lima door naar Cusco voor onze geplande trek naar Machu Picchu, the old mountain. 

Volledig gehuld in een door Delta airlines gesponsorde outfit worden we opgehaald bij ons hostel door Eber, onze bilingual guide. Met onze groep (twee Koreanen, twee Brazilianen, een hong-kongeling, Duitser en nog twee Hollanders) rijden we eerst in een gammel busje met mountainbikes op het dak naar het hoogste punt van de trip: 4316m. Vanaf hier mountainbiken we gekleed in StarWars outfit met beschermstukken, reflectoren en crossmotorhelm door de regen (en bijbehorende watervallen die de weg kruisen) naar beneden. Doorweekt tot op m’n Delta onderbroek kom ik aan op 1500m, dit is leuk! Dat het blijft regenen, we opgegegeten worden door muggen en ons hostel in Santa Maria enkel koud water heeft mag de pret niet drukken, we zijn op weg naar Machu Picchu! 

 De volgende dag vroeg op want vandaag moeten we 23km lopen en 1000m stijgen naar Santa Theresa. Het houdt langzaam op met regenen en zo lopen we uren over prachtige bergpaden tussen mango-, papaya- en cocaplantages met de ‘secret river’ aan onze linker hand. We lopen een stuk van de Inca Trail, waarvan 10km is verwijderd door de Cuechau’s (het Inca volk) om te voorkomen dat de Spanjaarden na hun gewelddadige entree in Zuid-Amerika rond 1535 de Machu Picchu zouden kunnen vinden. Volgens Inca traditie blazen we vervolgens de drie hoogste bergen rond Machu Picchu toe en zo komen we vermoeid maar voldaan aan bij de thermaalbaden van Santa Theresa. In Santa Theresa hebben we opnieuw een fijn hostel en wordt er op straat gevoetbald met Andre, een +/- 6 jarige Peruaan die we evenlater hard snikkend voorbij zien rennen met de voetbal -lek- in zijn armen. Gelukkig vind ik drie straten verderop een electriciteits/kleding/gereedschaps/groenten winkel die voor het extraorbitante bedrag van 20 soles voetballen verkoopt! We kopen hem samen met de Brazilianen Carlos en Breno, Duitsland (Sandra) en Hong-Kong (Alan) gaan mee om te kijken. Via de kruidenierswinkelvrouw, buurman en vader vinden we uiteindelijk Andre die verlegen de bal aanneemt, dolblij ‘gracias’ roept en vervolgens meteen begint te voetballen met de rest van de straat.  

   
Dinsdag, opnieuw vroeg op want we gaan ziplinen! As always vind ik het doodeng en sta ik mezelf te verwensen als ik in m’n tuigje met helm (alsof die me gaat redden als ik 300m naar beneden stort) bovenaan een klif sta, klaar om me aan een kabeltje naar de overkant te laten glijden. En ‘as always’ hang ik nog geen 10m boven het ravijn en vind ik het geweldig. Alleen het laatste stuk waarbij ik als een soort superman aan m’n rug verbonden naar beneden glijd prevel ik de volle 800m ‘Oh boy, Oh boy, Oh boy’. Blij dat ik weer op de grond sta. 

Van Hydro electrico lopen we in zo’n 3 uur naar Agua Caliente over de spoorlijn. De prachtig blauw/gele Perurail trein toetert immers vanzelf als hij eraan komt dus tijd genoeg om in de berm te springen. Agua Caliente is een klein dorp onder de berg waar Machu Pichu op ligt, er is geen autoweg. Enkel een spoorlijn dwars door het dorp waar rustig op wordt gevoetbald door de allerkleinsten. Vroeg naar bed want op woensdag willen we met zonsopgang op Machu Picchu staan en dat is nog 1-1.5u naar boven klauteren. 

Om 4.30AM beginnen we onze tocht door de regen. Ondanks de regen en hitte spurten we 1350m naar boven, staan vooraan bij de main entrance om vervolgens als allerallereerste uit te kijken over het nog helemaal lege en zo indrukwekkende Machu Picchu. Gevolg is wel dat we later op de ochtend bij The Sun Gate op het gras tussen de ruïnes in slaap vallen. Gelukkig zaten de pepernoten in m’n handbagage en dus kunnen we na een heerlijke dag op Machu Picchu, opgeladen door de pepernoten weer afdalen naar Agua Caliente waar we onder het genot van Peruaanse (?) pizza, coca tea en cerveza afscheid nemen van onze leuke groep. We mogen terug in de eerste klas van Perurail! Opnieuw een belevenis want drinks en snacks are included en we worden ‘vermaakt’ met een modeshow en een man in een eng clownspak. Het panoramaraam aan de voorkant (het is een duw trein) maakt alles goed. Ciao Machu Picchu! Terug naar Cusco.   

 

4 April 2015
by admin
0 comments

Maple land

Vier dagen lang luisteren we van 8AM tot 7PM naar presentaties van bijzonder slimme mensen uit de hele wereld over vaccinaties tegen HIV, B-cellen en een enkele over het bij ons zo geliefde onderwerp ‘glycosylering’. De één zo interessant dat ik er bij terugkomst op Sanquin zelf een presentatie over wil geven, de ander dusdanig traag dat de Prof na afloopt roept ‘als het nog 10 minuten langer had geduurd waren we allemaal dood geweest!’ Onze eigen posterpresentaties worden stuk voor stuk goed bezocht. Heel cool om te merken dat slimme mensen vanuit verre landen enthousiast worden van het onderwerp waar ik op probeer te promoveren.

Continue Reading →