Geluksvogel dat ik ben mag ik dit keer voor mijn werk op congres naar Banff, Canada. Één van de mooiste skigebieden ter wereld en laat skiën nou net één van mijn grootste hobby’s zijn. Samen met wat leuke collega’s vlieg ik een dag te vroeg naar Calgary. Goed tegen de jetlag ten tijde van het congres maar vooral om vast te kunnen sightseeën. Wanneer ik in Calgary uit het vliegtuig stap word ik iedere 50 meter hartelijk begroet door een bejaarde mét cowboyhoed ‘Howdy, welcome to Calgary!’ In strijd tegen vereenzaming worden gepensioneerden massaal ingezet als vrijwilliger. Ze lijken oprecht blij met hun taak. Wellicht een idee om mijn 91-jarige oma eens uit te lenen aan Schiphol.
Vanaf Calgary AirPort worden we door de Banffairporter bus in 2 uur naar ons hotel in Banff gereden. Ik mag voorin naast driver Peter en luister 2 uur lang naar zijn tips en verhalen terwijl ik als echte touristguide mijn Lonely Planet voorlees aan de rest van de bus. Anders dan in de Alpen waar men ‘s winters skileraar is en ‘s zomers dakdekker, is men hier in de zomer cowboy. Lekker op je paard cattle verzamelen en brandmerken. Ik zie een jonge rondgaloperende Brad Pitt voor me in Legends of the Fall en kan ze geen ongelijk geven.
Op advies van Peter gaan we de volgende dag op pad naar Lake Louise en Jonhsten canyon. Na bijzonder kort overleg wordt besloten niet met de lokale Brewster bus te gaan maar een enorme 6-persoons pick-up truck te huren. De ram1500, mét gril. Met de Prof (V) achter het stuur en Bon Jovi uit de speakers rijden we door het prachtige landschap van Banff National Park. Omdat het een National Park is mag Banff nooit meer groter worden dan de drie straten waar het nu uit bestaat. Ook mogen er enkel mensen wonen die werken in Banff zelf, verklaart meteen waarom er geen huurappartementen op Airbnb staan. Ondanks dat het prima tweebaanswegen zijn is de maximum snelheid 90km/h (hoogtes gaan wel in feet), files kennen ze niet en er staan hoge hekken langs de weg om te voorkomen dat je een grizzly aan je gril prikt. Gek genoeg houdt iedereen zich keurig aan de snelheid. Haast lijken ze hier niet te kennen.
Lake Louise blijkt een ontzettend mooi, groot meer te zijn, bevroren, besneeuwd en toegankelijk om met zijn allen overheen te lopen, springen of langlaufen. Voorbij een enorme bevroren waterval waar men aan het ijsklimmen is besluiten we een hike te maken naar Lake Agnes. Helaas, na meer dan een uur lopen we vast. We zakken tot onze knieën weg in de sneeuw en besluiten om te keren.
Na lunch in een 120 jaar oud kasteel aan het meer rijd ik onze gril naar Johnsten canyon. Een canyon met prachtig bevroren watervallen waar we ons glibberend over de bevroren paden een weg naar boven banen. Ik heb toch al aardig wat plekken gezien op de wereld maar dit zeker nog niet en wat is het mooi!
Besmeurd met modder (mijn oude bergschoenen bleken niet meer voldoende grip te hebben voor ijspaden. No worries, ze zijn inmiddels vervangen door heuse TheNorthFace bergstappers) en stinkend naar zweet komen we ‘s avonds aan in het 5 sterren Fairmont Springs hotel om ons aan te melden voor het congres.
Goed slapen in ons veel gezelligere hotel Banff Boutique Inn want morgen moeten we weer in de nerd modus voor het congres ‘HIV vaccins joint with The Golden Anniversary of B cell Discovery’.