Myrthe Sonneveld

26 March 2015
by admin
1 Comment

Howdy, welcome to Calgary

Geluksvogel dat ik ben mag ik dit keer voor mijn werk op congres naar Banff, Canada. Één van de mooiste skigebieden ter wereld en laat skiën nou net één van mijn grootste hobby’s zijn. Samen met wat leuke collega’s vlieg ik een dag te vroeg naar Calgary. Goed tegen de jetlag ten tijde van het congres maar vooral om vast te kunnen sightseeën. Wanneer ik in Calgary uit het vliegtuig stap word ik iedere 50 meter hartelijk begroet door een bejaarde mét cowboyhoed ‘Howdy, welcome to Calgary!’  In strijd tegen vereenzaming worden gepensioneerden massaal ingezet als vrijwilliger. Ze lijken oprecht blij met hun taak. Wellicht een idee om mijn 91-jarige oma eens uit te lenen aan Schiphol.   

Vanaf Calgary AirPort worden we door de Banffairporter bus in 2 uur naar ons hotel in Banff gereden. Ik mag voorin naast driver Peter en luister 2 uur lang naar zijn tips en verhalen terwijl ik als echte touristguide mijn Lonely Planet voorlees aan de rest van de bus. Anders dan in de Alpen waar men ‘s winters skileraar is en ‘s zomers dakdekker, is men hier in de zomer cowboy. Lekker op je paard cattle verzamelen en brandmerken. Ik zie een jonge rondgaloperende Brad Pitt voor me in Legends of the Fall en kan ze geen ongelijk geven.  

Op advies van Peter gaan we de volgende dag op pad naar Lake Louise en Jonhsten canyon. Na bijzonder kort overleg wordt besloten niet met de lokale Brewster bus te gaan maar een enorme 6-persoons pick-up truck te huren. De ram1500, mét gril. Met de Prof (V) achter het stuur en Bon Jovi uit de speakers rijden we door het prachtige landschap van Banff National Park. Omdat het een National Park is mag Banff nooit meer groter worden dan de drie straten waar het nu uit bestaat. Ook mogen er enkel mensen wonen die werken in Banff zelf, verklaart meteen waarom er geen huurappartementen op Airbnb staan. Ondanks dat het prima tweebaanswegen zijn is de maximum snelheid 90km/h (hoogtes gaan wel in feet), files kennen ze niet en er staan hoge hekken langs de weg om te voorkomen dat je een grizzly aan je gril prikt. Gek genoeg houdt iedereen zich keurig aan de snelheid. Haast lijken ze hier niet te kennen. 

Lake Louise blijkt een ontzettend mooi, groot meer te zijn, bevroren, besneeuwd en toegankelijk om met zijn allen overheen te lopen, springen of langlaufen. Voorbij een enorme bevroren waterval waar men aan het ijsklimmen is besluiten we een hike te maken naar Lake Agnes. Helaas, na meer dan een uur lopen we vast. We zakken tot onze knieën weg in de sneeuw en besluiten om te keren.   

Na lunch in een 120 jaar oud kasteel aan het meer rijd ik onze gril naar Johnsten canyon. Een canyon met prachtig bevroren watervallen waar we ons glibberend over de bevroren paden een weg naar boven banen. Ik heb toch al aardig wat plekken gezien op de wereld maar dit zeker nog niet en wat is het mooi! 

Besmeurd met modder (mijn oude bergschoenen bleken niet meer voldoende grip te hebben voor ijspaden. No worries, ze zijn inmiddels vervangen door heuse TheNorthFace bergstappers) en stinkend naar zweet komen we ‘s avonds aan in het 5 sterren Fairmont Springs hotel om ons aan te melden voor het congres. 

Goed slapen in ons veel gezelligere hotel Banff Boutique Inn want morgen moeten we weer in de nerd modus voor het congres ‘HIV vaccins joint with The Golden Anniversary of B cell Discovery’. 

4 November 2014
by myrthe
1 Comment

Boeven vangen

Heerlijk ontspannen zitten we op ons dakterras in Santiago de Cuba als Max, de Duitser die we gister in de bus hebben ontmoet, ons komt vragen of we al onze spullen nog hebben. Hij en zijn kamergenoot Lucas missen namelijk €25,- en een mp3-speler. Enigszins ongerust lopen we naar onze kamer en komen inderdaad tot de ontdekking dat er 100CUC ontbreekt. Lucas en Max spreken vloeiend Spaans en bespreken het met de eigenaar van de casa. Deze reageert gelukkig heel adequaat en gaat iedereen halen die die dag in de casa is geweest (hij, zijn partner, de cleaning lady en de huisoppas). Met zijn allen zitten we vervolgens in de woonkamer. De arme cleaning lady begint bijna te huilen, ze werkt er al 10 jaar en weet van niks. Ook de huisoppas, een jongen met typisch Cubaanse hanenkam zegt van niks te weten. Alsof ik in CSI zit observeer ik zijn lichaamstaal. Zweetpareltjes op zijn voorhoofd terwijl zelfs wij als toeristen het hier niet warm hebben en een rechterhand die maar niet stil wil blijven liggen.
Gelukkig zegt de eigenaar zelf dat we naar de politie moeten gaan. Gewend geraakt aan de Cubaanse wachttijden gooi ik nog snel een fles water en een pak koekjes in m’n tas voor we met zijn vieren op pad gaan. Onderweg meld ik bij het reeds gereserveerde restaurant dat we waarschijnlijk te laat gaan komen, het is inmiddels 6pm.
Aangekomen op het bureau begint het goed, geen rij! Ons verhaal, verteld door Lucas, wordt aangehoord en vervolgens met de hand opgeschreven. Later zal blijken dat we dezelfde procedure van vertellen en handmatig uitschrijven nog drie keer zullen herhalen, steeds aan een andere agent. En zo zijn we 2.5uur verder waarin ook de Cubaanse betrokken worden ondervraagd. We worden gesommeerd in een politiejeep te stappen en met acht man rijden we naar de casa. Nu is het tijd voor een gezellige vrouw om met haar aluminium koffertje en latex handschoenen sporenonderzoek te gaan doen. Wij mogen ondertussen even wat gaan eten, halleluja! Op een prachtig dakterras tussen de hangplanten proppen we snel een heerlijke sopa, pollo, aroz en vegetales naar binnen terwijl Max een dansje doet om ons op te vrolijk en de politie door onze spullen gaat.
Lucas komt ons vertellen dat we nsle naar het hostel moeten voor extra vragen. Aangekomen in het hostel worden we door Captain N. op de bank geparkeerd en moeten we zo lang wachten dat ik zowaar in slaap val. Achtereenvolgens laten we de kamer en betreffende backpack zien, waar het geld in zat. Er wordt een nummertje bij gezet en een foto van gemaakt. Helaas, zelfs de envelop waar het geld in zat laat geen vingerafdrukken zien (ook niet die van ons dus een waardeloze techniek zo concluderen we) en opeens worden wij hard aangepakt en moeten we van alles bewijzen. Gelukkig zijn we niet achterlijk en kunnen we tot een week geleden opsommen waar en wanneer we wat hebben opgenomen of uitgegeven. De bijbehorende bonnetjes vissen we tussen de haren uit de prullenmand. Als Captain N. bewijs wil kan hij het krijgen ook.
Met Max, Lucas, Captain N. bier, en sigaren zitten we vervolgens aan de eettafel van de casa. Hij schrijft, wij kijken zwijgend toe. De eigenaar van het hostel zit te huilen in zijn schommelstoel, schuldgevoel knaagt.
De agent die de Cubanen ondervroeg komt in helblauw t-shirt aan en scooterhelm nog op binnen lopen en overleg in ons bijzijn uitgebreid met Captain N. Lucas vertaalt: De huisoppas met hanenkam blijken de eigenaren pas enkele weken te kennen. Onder druk werd hij nog nerveuzer en is zijn huis onderzocht. Hierbij is veel geld gevonden, wat erg vreemd is voor deze jongen die geen cent te makken heeft, in tegenstelling tot de eigenaar van de casa die al 10 jaar zonder problemen een eigen zaak runt. Hij is opgepakt en wij krijgen misschien ons geld terug.
Minor detail, het hele verhaal moet nog handmatig worden opgeschreven (x4 personas), het is inmiddels 2am en ondanks volledig uitschrijven staan nu toch de gegevens van mijn ouders op het formulier van Louise. Het hele formulier moet worden overgeschreven. Louise en ik willen vooral graag een kopie voor de verzekering maar helaas, een kopieerapparaat hebben ze niet. Ons geld zijn we waarschijnlijk kwijt maar we hebben wel een boef gevangen! Snel slapen want om 7.30am vertrekt onze bus naar Baracoa alweer.

4 November 2014
by myrthe
3 Comments

Pech onderweg

La bicicleta
Al in Nederland kregen we te horen dat je prachtig kunt fietsen in Valle de Vinales en omdat we verder toch geen plannen hebben vertrekken we vanuit Havana meteen richting het westen, richting Vinales. Na een dag flink te hebben rond gestapt in de zinderende hitte heen en terug naar Cuave del Silencio waarbij we beiden een zonnesteek oplopen (onze gids hout het tempo er lekker in) besluiten we de volgende dag te gaan fietsen. Bij een vriendelijke man die ons reeds bustickets naar Cienfuegos aansmeerde huren we twee mountainbikes. Ik check banden en remmen en ga er maar vanuit de versnellingen sowieso niet werken. We fietsen heerlijk door de heuvels langs Cueva del Indio, ingehaald door auto’s, enorme trucks en paard en wagen. Als sportieve Hollanders slaan we na 8km linksaf richting El Rancon en begrijpen meteen waarom de mensen op de kruising zo stonden te roepen: het gaat stijl omhoog. Zoals verwacht werken de versnellingen nauwelijks en moeten we sommige stukken lopen, maar het uitzicht is fantastisch! Op de terugweg (bergafwaarts) blijken helaas de remblokjes niet voldoende te werken om de fietsen tot stilstand te brengen, dus moeten we weer hele stukken lopen. Ach, we hebben geen haast en vandaag hebben we wél voldoende water bij ons dus we vinden het prima.
Tot de trapas het begeeft, de rechter trapper bungelt er maar zielig bij. Kak. Met de kennis dat we op de heenweg maar twee keer mensen zijn tegengekomen lopen we verder. Gelukkig lopen ons op een gegeven moment twee mannen tegemoet die aan ‘Senor, bicicleta broken’ genoeg hebben om de fiets om te keren en de trapas weer in elkaar te zetten. De lam gedraaide bout wordt met een eindeloos geduld vast gedraaid met behulp van stokken en stenen. Muchas gracias Senor!
En zo gaan we verder, het is inmiddels het heetste moment van de dag en druipend van het zweet komen we bij de fietsverhuur aan. De arme man weet duidelijk niet wat aanmoet met twee vrouwen in onze toestand want zonder enig weerwoord krijgen we ons geld terug.

The American car
Een uitgemolken onderwerp. Bij Cuba denkt iedereen aan rum, sigaren en ‘old cars’. Toch kunnen ook wij de verleiding niet weerstaan en kiezen we voor ‘an old American car’ wanneer we op een dinsdag van Cienfuegos via Laguna Guanaroca en Parque Le Nicho naar Trinidad reizen. De auto is groot en rood, geen probleem dus dat we onderweg nog wat mensen een lift geven. Bergop heeft de auto het zwaar, tergend langzaam en met een sputterend geluid leggen we de 17km in >1uur af naar El Nicho. Terug gaan we zo mogelijk nog langzamer, we verdenken de remschijven ervan de indringende geur te verspreiden als we we naar beneden gaan. Maar goed, wat weten wij ervan? Veilig worden we die middag na roeien tussen pelikanen en flamingo’s en zwemmen onder een waterval afgezet in Trinidad en kunnen we eindelijk onze benen strekken. Typisch, ‘an American car’ is net als de gemiddelde Amerikaan: plomp.

El Caballo
Net zo gemakkelijk als dat mensen zich verplaatsen in moderne auto’s en ‘American cars’, verplaatsen mensen zich te paard. In de stad, op de snelweg, of op het land. Ondanks de verboden voor paard en wagen verkeersborden zien we ze overal. Zit je nietsvermoedend op de veranda bij je Casa particular een boek te lezen, kom er een heuse cowboy (met hoed!) voorbij galopperen en probeert hij nog indruk op je te maken ook. Menig taxi is een paardenkoets, in het donker verlicht middels een olielampje onder de wagen. Kinderen worden er in hun kraakheldere schooluniform mee naar school gebracht en producten worden ermee vervoerd. Het is de normaalste zaak van de wereld. Gelukkig is Louise (alias Louisa, dat is namelijk een Cubaanse naam) zo aardig mijn voorkeur wat betreft vervoersmiddelen te volgen en heb ik nog niet met mijn luie billen op een uitgemergelde caballo hoeven zitten. Ik loop en fiets nog steeds alles liever zelf 🙂

4 November 2014
by admin
1 Comment

Bienvenidos a Cuba!

Ondanks een korte nacht na een lange, laatste dag op werk (maar deadlines gehaald) spring ik vol enthousiasme mijn bed uit als om 5.15am de wekker gaat, vakantie! In al mijn opwinding zit ik veel te vroeg op de eerste metro van de dag te wachten, die tot mijn verbazing propvol zit, op weg naar Amsterdam Centraal. Krenten als we zijn hebben Louise en ik namelijk een vliegticket geboekt vanaf Parijs en gaan we het eerste stuk met de trein. In de TGV blijken onze tickets zowaar goed te zijn voor de 1e klas (al brengen we het grootste deel van de reis door in de bar). Dat treinen een heerlijk ontspannen manier van reizen is wordt bevestigd op luchthaven Charles de Gaulle. Ondanks dat we al zijn ingecheckt moeten we in een 2 uur durende rij aansluiten voor de bagage drop-off en komen we zowaar in tijdsnood. Gelukkig weet Louise de tijd goed te doden door midden in de rij uit haar broek te scheuren, gracias chica!
Cubaanse Peso (CUC) blijk je enkel op Cuba zelf te kunnen krijgen en dus sluiten we braaf aan in de volgende rij voor de douane, waar opnieuw maar 1 hokje bemand is en even later bij de handbagage controle. En jaar hoor, daar is ie dan, de Final call voor onze vlucht naar Cuba. Zonder enig idee hoever het nog is beginnen we te rennen en komen inderdaad als laatste (maar op tijd!) bij het vliegtuig aan. Zwaar teleurgesteld in Air France – KLM, dit doen we nooit weer. Gelukkig blijft de stoel naast ons leeg en hebben we nauwelijks last van de groep Duitsers die met een slaapkapje op het voorhoofd luidkeels in de gangpaden staan te borrelen tot ze zelfs door de piloot gesommeerd worden te gaan zitten.
Soort van uitgeslapen komen we aan op Cuba om opnieuw in de rij te gaan staan. Ook hier zijn ze fan van queue’n en het duurt nog zo’n twee uur voor we bij onze vriendelijke pick-up hombre in de auto stappen.
Minor problem, in het vliegtuig lazen we dat pinpassen en de meeste creditcards niet werken dus dat je veel euro’s mee moet nemen om te wisselen, en die hebben we dus niet. Gelukkig wil onze vriendelijke transfer hombre wel langs een bank rijden alvorens ons naar het hostel te brengen. Naast elkaar staan we synchroon onze mastercard in de ATM te duwen en toetsen hoopvol 300CUC in, DECLINED. Ok, misschien is dit een wat hoog bedrag voor een communistisch land waar zelfs een dokter maar 15euro per maand verdiend en dus schroeven we onze wens bij naar 100CUC, DECLINED. Kak. Toch jammer dat van alle tips die we hebben gekregen over muziek, sigaren en rum niemand deze heeft gemeld. Gelukkig worden we in het hostel Perregrino gerustgesteld door Julio, een native English speaker die ons ervan overtuigd dat het morgen als de bank open is allemaal goed gaat komen. En inderdaad, nadat we de volgende morgen ver voor openingstijd bij de bank de volgende lange rij hebben doorstaan krijgen we met behulp van paspoort en creditcard dan eindelijke onze gewilde CUCs. Bienvenidos a Cuba!

30 March 2013
by myrthe
3 Comments

Running late

Met Poppy wandel ik in de stralende zon een laatste keer door het waanzinnig mooie city centre, ik probeer nog een keer extra goed te kijken naar alle mooie gebouwen om deze herinnering goed op te slaan. Poppy verdenkt me van schizofrenie terwijl ik al m’n gebrabbel – nu in bijna vloeiend Engels – uitkraam over hoe mooi het hier is en wat ik allemaal ga missen, ‘it must be so busy in your head!’ We wandelen voor de laatste keer een ‘closed to visitors’ college in met onze University of Cambridge Studentcard en eten een pastry on the market square.
Tijd om te gaan, sportieve Hollander als ik ben ga ik met m’n enorme backpack en handbagage trolley op de fiets naar het station, blijkt toch nog een aardige uitdaging te zijn. Poppy is impressed en fietst gezellig met me mee om me uit te zwaaien. Aangekomen op het station sta ik voor de volgende uitdaging, er is een ongeluk gebeurd en er rijden geen treinen tussen Cambridge en Standsted. Never a dull moment zullen we maar denken.
Ik word geadviseerd in een stoptrein te stappen en over te stappen in Bishop Stortford. In de tjokvolle trein – ik ben niet bepaald de enige die op goede vrijdag een vliegtuig moet halen – ontmoet ik Catharina, een erg gezellige masterstudente kunstgeschiedenis uit Düsseldorf. Diep in gesprek over alle enge ongelukken die ik heb gezien in het Addenbrooke’s en over de kopieën die ze maakte in de Londen Library voor £0.36 per stuk worden we onderbroken door onze overbuurman. Een niet-onaantrekkelijke Duitse masterstudent die ons weet te vertellen dat we onze vluchten gemakkelijk zullen halen, hij zocht het op, op z’n smartphone. Hoera, wat een opluchting!
Wanneer we samen met zo’n beetje iedere andere passagier in de trein uit proberen te stappen in Bishop Stortford gaan opeens de treindeuren dicht en vertrekt de trein! Ik denk aan m’n vliegtuig, de striktheid van Easyjet, m’n eerdere poging een nieuwe vlucht te boeken in het Paasweekend toen ik terug kwam uit Brazilië en trek aan de noodrem.
Het duurt nog verrassend lang voor de machinist onze wagon bereikt, geen goed teken voor als er eens echt een emergency is. Met een dozijn erg stille mensen achter me leg ik in opvallend vloeiend Engels de situatie uit terwijl ik tussendoor m’n excuses aanbied en zo beleefd mogelijk probeer te blijven. We zijn slechts drie meter verwijderd van het perron maar there is no way dat de trein een stukje achteruit kan rijden of dat wij deze drie meter mogen overbruggen op het spoor. We rijden door.
Stiekem ben ik best wel opgelucht dat ik geen enorme boete heb gekregen, saves money for the taxi!
In het volgende gehucht aangekomen blijkt dat we beter met de trein terug kunnen gaan, mijn vriend de machiniest heeft namelijk wel geregeld dat deze trein direct naar Stansted gaat, heeft m’n betoog toch nog nut gehad.
Op Stansted ren ik met m’n loodzware backpack op de oranje Easyjet zone af, ik ben precies op tijd!
Opgelucht en dolgelukkig kom ik Catharina weer tegen en kletsen we ons op ons gemak door de safety control tot mijn oog valt op de vertrekinformatie: gate closing. Oeps. En wederom trek ik een sprintje, nu niet meer zo content met m’n hardlooptraining van vanmorgen. Als allerlaatste passagier plof ik neer in m’n vliegtuigstoel 19E om ergens boven de Noordzee nog één keer een blog te schrijven over wederom een geweldige buitenlandervaring.
Ik ga je missen links!

20130330-094312.jpg

20130330-094329.jpg

29 March 2013
by myrthe
0 comments

Teaching

The University of Cambridge staat wederom op de derde plaats van beste universiteiten wereldwijd. And I want to know why.
Het is moeilijk om binnen te komen bij de medical school at The University of Cambridge. But once you’re in, it’s really hard to get kicked out.
Om toegelaten te worden tot de medical school moet je na je eindexamen 3 testen afleggen. Een alfa-examen, een beta-examen en een mondeling interview. Het gemiddelde van deze drie cijfers bepaalt je score. Vanzelfsprekend worden enkel de hoogste scores toegelaten. Slechts één op de zes scholieren wordt geaccepteerd en mag er toch wel vanuit gaan 6 jaar later af te studeren als arts aan The University of Cambridge. Anders dan in Londen zijn de prijzen om hier te studeren de laatste jaren niet erg gestegen. Als Brit betaal je £3000 per jaar, als buitenlander £12000. Ik heb ook studenten ontmoet die bij het leger zijn gegaan om deze kosten te dekken. Wanneer je bij het leger gaat betaalt deze je volledige medische opleiding, de deal is echter wel dat je na je opleiding minstens zes jaar in dienst blijft van het leger. Nogal een opoffering als je het mij vraagt.
Door het jaar heen zijn er geen tentamens. Enkel aan het einde van het academisch jaar, eind mei, zijn de final exams. Iedereen sluit zich een maand lang op om alle feesten en partijen van het afgelopen jaar te compenseren, een bijzonder saaie tijd van het jaar om als foreigner in Cambridge door te brengen. Opvallend genoeg zakt er bijna nooit iemand, en mocht dat dan toch gebeuren, kun je een hertentamen doen. Het is slechts een enkeling die het presteert geen dokter te worden na te zijn begonnen aan de medical school van The University of Cambridge.
Er is een groot verschil tussen de coassistent in Cambridge en Nederland. Je hoeft hier geen rotklusjes op te knappen als bloedprikken, brieven typen, lichaamsvloeistoffen wegbrengen voor onderzoek, koffie halen voor de dokter, onderzoeksaanvragen schrijven, enzovoort. The primary goal in Cambridge: teaching.
Ik begin iedere ochtend op de ED om 8.00 am met de overdracht en direct na de overdracht volgt er onderwijs, iedere dag. In Nederland heb ik als coassistent zo’n beetje ieder specialisme gezien, ook de kleinere vakken als dermatologie en oogheelkunde, al was het maar voor 3 weken. Hier in Cambridge ligt vooral de focus op de grote vakken en indien je oogheelkunde ambieert dien je hier zelf keuzevakken in te volgen, iets wat zelden gebeurt. Het lukt me dus nog weleens om ten overstaan van alle ED dokters en de consultant als enige het goede antwoord te weten op vragen over deze kleine vakken.
Op woensdag gaat direct na de overdracht de knalrode trauma telefoon, niet te missen in de gehele resus area. Een 33-jarige man is buiten bewustzijn en verbrand naast een ontplofte caravan gevonden, lekker begin van de dag. Het traumasein wordt afgegeven waarop zowel anesthesisten, chirurgen als internisten binnen 10 minuten in de resus area dienen te zijn. Er komt een consultant aangelopen, het blijkt een oefening te zijn! Achter een van de blauwe gordijnen ligt een pop te ademen en te hoesten. En inderdaad, binnen 10 minuten staat er een dozijn artsen vanuit het hele ziekenhuis om ons heen. We maken niet bepaald vrienden door ze om 8.15 am midden in hun eigen overdracht naar beneden te laten stormen. De taken worden verdeeld en zo wordt de plastic patiënt gered door de ED dokters.
Woensdag is onderwijsdag, at noon radiologieonderwijs, gevolgd door de grand round om 1 pm in de Medical School waar iedere week meer dan 100 specialisten bij elkaar komen om naar interessante casussen te luisteren. Van 3 tot 5 pm is er onderwijs voor de ED dokters over het onderwerp waar het die hele week ook bij het ochtendonderwijs over gaat.
Daarnaast zijn er bijna iedere avond lezingen in de medical school voor alle artsen en medical students. Foods and drinks are provided.
Het grote verschil met onderwijs in Nederland is, dat werkelijk iedere arts gepassioneerd is en staat te popelen om zijn kennis en kunde te delen met de rest van de wereld. Of ik nou in het donker zat bij radiologieonderwijs of bij een psychiatrielezing omdat er gratis voedsel was, het is me nooit gelukt in slaap te vallen.
Ik praat hier met drie researchers. Een cardioloog in opleiding die recent haar opleiding heeft onderbroken om haar PhD te halen, een die hard onderzoeker en een professor in de hematologie. Ik word razend enthousiast wanneer ze vertellen over alle onderzoeksmogelijkheden hier en onverschillig noemen dat er ongetwijfeld wéér een Nobelprijs aan zit te komen in de onderzoeksgroep. Ik krijg zelfs het aanbod om hier onderzoek te komen doen! Minor detail: I would have to start in two weeks. Dat is me een beetje te snel, bovendien heb ik al een super leuke baan in Nederland dus met pijn en moeite sla ik dit aanbod af. Maar als ze me zelfs aan The University of Cambridge willen hebben moet dit in Nederland ook wel lukken. Toch?

20130329-121223.jpg

20130329-121232.jpg

20130329-121242.jpg

20130329-121250.jpg

20130329-121348.jpg

25 March 2013
by myrthe
0 comments

I gave up sugar for lents

Een goede vriendin is ooit op het briljante idee gekomen om het vasten tussen carnaval en pasen te herintroduceren. Je kan zelf iets uitzoeken wat je deze 48 dagen niet mag hebben en het geld dat hiermee wordt uitgespaard gaat aan het einde van de rit naar een goed doel.
Gelukkig hoefde ik de eerste jaren na onze ontmoeting niet mee te doen want of ik was roeier en had zoveel honger dat ik sowieso de hele dag door moest eten, of ik was stuurtje en at gewoon helemaal niks. Sinds twee jaar heb ik echter geen goed excuus meer en eet ik geen suiker tussen carnaval en pasen. Ik moet toegeven dat het eigenlijk best wel een lekker gezond gevoel geeft en ieder jaar opnieuw houd ik me voor dit door te zetten de rest van het jaar. Vanzelfsprekend gaat dit meteen op eerste paasdag al grandioos mis bij het jaarlijkse paaseierenzoeken.
Dit jaar zit ik stomtoevallig de hele vastenperiode in Cambridge. Al snel besloten dat ik op zondagen een uitzondering maak want anders zou ik alle heerlijke Engelse treats missen, dat gaat me een beetje te ver. Ondertussen is het echter wel dusdanig uit de hand gelopen dat ik op zondag ontbijt, lunch en diner met zoetigheden en ben ik aan het einde van de dag zo misselijk dat ik bijna (!) blij ben de rest van de week geen suiker te mogen.
Opvallend is dat het hier vrij gebruikelijk is om mee te doen met ‘vasten’. Anders dan in Nederland word ik hier door niemand gek aangekeken als ik bedank voor een koekje ‘because I gave up sugar for lents’. Zo zijn er een paar ED dokters die chocola laten staan tijdens het vasten en zat ik bij een formal dinner naast een studente die geen alcohol drinkt deze maand, maar zonder problemen tot diep in de nacht stond te dansen in Lola lo’s. One of the ED nurses gave up mint for lents. Kennelijk is ze verslaafd aan mint snoepjes want ze heeft het er erg moeilijk mee nu geen mint snoep, thee of chocola te mogen.
Voordeel van de zondagtactiek is dat je erg bewuste keuzes maakt wat te eten die dag. Ik wil natuurlijk toch iedere teashop, sconeplace of bakery geprobeerd hebben. Ik denk dat ik nu richting het einde van dit coschap toch wel durf te zeggen dat ik ze allemaal heb gehad. Van Zuid naar Noord Cambridge: The Orchard tea garden, Trockel, Ulmann & Freunde, Fitzbillies, Cristine’s, Indigo Coffee House, Millies Cookies, Aunties Tea Shop, Tatties, Stickybeaks, Bills, Patisserie Valerie en Hardys. Looking back, gezien het aantal bezochte teashops en het aantal zondagen dat ik hier heb doorgebracht weet ik niet of deze vastenperiode nou zo’n enorm nuttige actie is, in ieder geval niet voor het goede doel waar m’n uitgespaarde geld naartoe moet gaan.

20130325-160910.jpg

20130325-161004.jpg

20130325-161037.jpg

20130325-161121.jpg

20130325-161150.jpg

20130325-161227.jpg

20130325-161307.jpg

20130325-161318.jpg

20130325-161337.jpg

20130325-161446.jpg

20130325-161511.jpg

20130325-161611.jpg

20130325-162123.jpg

20130328-205117.jpg

20130328-205132.jpg

20130328-205144.jpg

25 March 2013
by myrthe
4 Comments

Sports

So I miss the Heineken Roeivierkamp and Head of The River in Amsterdam, but I do get to row on the River Cam!
Het zal niemand verbazen dat ik ook hier vanaf dag één opzoek ben naar mogelijkheden om aan mijn wekelijkse portie beweging te komen. Stil zitten is niks voor mij en bovendien is sporten de perfecte remedie voor alles: moeheid, verdriet, frustratie, boosheid, overactiviteit, een stijf lichaampje. En eerlijk is eerlijk, ik wil wel alle locale lekkernijen uitproberen en gebruik maken van alle ongezonde studentenkortingen zonder dit eiland als tientonner te verlaten.
De campus van het Addenbrooke’s bestaat uit een Bloedbank, National Cancer Institutie, Cambridge Biomedical Campus, moeder- en kindcentrum, ambulancestation, twee parkeergarages, outpatient clinics, Frank Lee sportcentrum mét zwembad, sportvelden, zes woonflats (appartementencomplexen zou een verkeerd beeld scheppen) en het Addenbrooke’s Research Centrum waar maarliefst 13 Nobelprijswinnaars gehuisvest zijn (door middel van osmose laat ik door het kijken naar dit gebouw dagelijks mijn portie intelligentie binnen stromen). Het ligt ten zuiden van het centrum van Cambridge. In een paar minuten ren ik dus van de campus zo langs het helikopterplatform de weilanden en de bossen in. Bovendien is er in mijn studentenkamertje precies genoeg ruimte om met enige regelmatig en uurtje op m’n kop te staan voor yoga als het sneeuwt of gewoon heel erg koud is.
Feit blijft dat ik in Cambridge zit en dat er natuurlijk geroeid moet worden! Reeds zag ik hier de bumping races. Een afvalrace van achten die een week duurt. Alle boten starten achter elkaar en het is zaak de boot voor je in te halen en letterlijk te ‘bumpen’. De gebumpte boot valt af en de bumpende boot krijgt een stuk groene heg in zijn haar gebonden en gaat door naar de volgende ronde. Ieder college (lees: 31) heeft behalve zijn eigen collegegebouw en sportveld buiten het centrum ook een boothuis aan de River Cam. Daarnaast hebben ook veel studies nog hun eigen roeivereniging, zo is er bijvoorbeeld een Addenbrooke’s crew. Vanaf Jesus Green staat er een lange rij boothuizen aan de rivier, de enige plek waar hier geroeid kan worden, het is er tjokvol. Direct na mijn aankomst mail ik de sportleden van de locale coassistentenraad en vertel ik aan iedereen die het maar horen wil dat ik heb geroeid en toch op zijn minst één keer in Cambridge moet roeien voor ik het land kan verlaten. Iedereen is erg vriendelijk en ik beland in menig mailinglist van verschillende rowingcrews. Het blijkt nog lastig te zijn door de bumpingraces, lokale Head of the River and end of term maar op een donderdag krijg ik tijdens mijn avonddienst op de ED een mail dat ik de volgende ochtend om 7 uur verwacht word om mee te roeien met Girton College. Zo werkt dat dus hier in Cambridge.
Als ik de volgende ochtend om 6.30 am Parkers Piece doorkruis (een enorm grasveld waar in de weekenden allerlei sporten worden beoefend) passeer ik een groep vrouwen die een bootcamp volgen, en ik maar denken dat ik er vroeg bij ben vandaag.
Bij het boathouse van Girton aangekomen blijkt dat ik meeroei met een team dat vier keer per week roeit waarvan drie keer doordeweeks ‘s ochtends om 7 am, daarnaast ergometeren ze twee keer per week en hebben ze een keer krachttraining. Ik word meteen op 7 gezet, direct achter de slag. Mijn medisch Engels heb ik hier ondertussen aardig onder de knie, dit in tegenstelling tot mijn roei Engels, en dan zit ik ook nog op 7 en heb ik dus niemand voor me om te kopiëren. This is going to be an interesting session. Bij het invullen van mijn beschikbaarheid moest ik al aangeven of ik B (bowside = stuurboord) of S (strokeside = bakboord) ben. Alle boten hebben hier kennelijk dus een bakboord slag. Zoals altijd waait het hard en er zijn enorme golven maar het is heerlijk om weer in een roeiboot te zitten en in de ochtendzon over de River Cam te roeien. Ik heb de cox gevraagd goed te articuleren en met een beetje common sense valt roei Engels eigenlijk best mee. Ik word in ieder geval gevraagd om vaker mee te roeien! Deze enthousiaste reactie wordt wellicht ook beïnvloed door de Nederlandse stroopwafels die ik na de training uitdeel.

20130325-104710.jpg

20130325-104742.jpg

20130325-104800.jpg

20130325-104835.jpg

20130325-104904.jpg

20130325-104946.jpg

20130325-105008.jpg

20130325-105122.jpg

20130325-105152.jpg

20130325-105206.jpg

20130328-205053.jpg

20 March 2013
by myrthe
0 comments

Hop On Hop Off

Vandaag rijd ik mee met de ambulance. According to my timetable werk ik vandaag van 7 am tot 7 pm, hat and jacket are provided. Ik word gekoppeld aan John and Louise, mijn hat and jacket blijken een helm en jurk te zijn. Omdat al snel de ronde gaat dat ik over twee weken dokter ben wordt besloten dat ik dan dus superieur ben en fijn alles zelf kan doen. Oje. We zijn amper aangemeld bij de centrale of het eerste alarm gaat af. Een vrouw van 74 is face down gevallen en kan niet meer opstaan. John legt me uit dat we – wanneer ze niks mankeert – haar in theorie enkel om hoeven te draaien want in dat geval komt ze in aanmerking voor een ambulance auto, een veel goedkopere optie. Het blijkt iets ingewikkelder. Mevrouw is aan de linkerzijde verlamd en is achter de slaapkamerdeur gevallen waardoor we er nu nauwelijks meer in kunnen, en inderdaad, face down. Gelukkig ben ik niet zo groot en wurm ik me met een soort super luchtbed/stoel naar binnen. We rollen mevrouw op de luchtstoel en pompen haar in a split second de lucht in. Ze is inderdaad niet gewond. Ik probeer door middel van vragen en lichamelijk onderzoek uit te vinden waarom ze eigenlijk is gevallen, maar dat is niet de bedoeling. We zijn tenslotte de ambulance.
Terug in de ambulance worden we meteen weer opgeroepen, met blue lights scheuren we door Cambridge, blijft toch leuk, al dat verkeer dat voor je aan de kant gaat. Dit keer een gekantelde vrachtwagen beladen met stalen buizen, wat een ravage! Thank god dat hij op de linkerbaan reed en er geen auto onder de enorme berg staal terecht is gekomen. Met behulp van politie en brandweer wordt de arme vrachtwagenchauffeur uit z’n cabine getild. Of ik een foto van de truck naar zijn baas wil sturen, hij heeft even niet zo’n zin om hem te bellen. Interesting thoughts that cross the mind on moments like this.
Een vrouw die is flauw gevallen en een dementerende man die bloed verliest en al twee keer buiten bewustzijn is geraakt vandaag, het houdt ons bezig.
In de 12 uur durende shifts heeft het ambulancepersoneel 30 minuten pauze. We melden ons af en exact 30 minuten later komt de volgende melding binnen, een hartaanval. Na de lunch wisselen Louise en John van taak dus nu is John de driver, holy, dit gaat pas hard! Achterin de ambulance word ik lekker door elkaar geschud, maar goed ik mag niet zeuren, ik lig niet dood te gaan. Aangekomen in een garage ligt er een man op de grond, reeds door zijn collega’s gereanimeerd. ABCD (airway, breathing, circulation, don’t ever forget glucose) there we go again. Alles blijkt normal, gek verhaal. Wanneer John zijn kleren openknipt in de ambulance zie ik dat zijn arm in de lucht blijft hangen. Ik wenk John, this guy is faking!
Omdat we nu toch geen haast meer hebben is John zo vriendelijk de toeristische route terug naar het Addenbrooke’s te rijden. Graansilo’s, watertorens, windmolens, kerken, het is mooi hier! Voorin een ambulance die nergens hoeft te stoppen met een local guide naast me. This is way better than the Hop On Hop Off Bus.
Patient de ambulance uit, wij er snel weer in en op naar een intoxicatie. Een jongen van 16 jaar heeft een overdosis pillen geslikt. Helaas wonen ze helemaal aan de rand van Cambridgeshire (de provincie) dus scheuren we als een gek door het glooiende landschap waar ik op dit moment iets minder lyrisch van word.
Bij aankomst blijkt het een doodnormaal gezin te zijn in een leuk huis met honden en katten en Ikea meubelen. Een vlakke, ineengedoken puber in de keuken die baalt dat zijn moeder hem betrapte toen hij wilde gaan slapen om nooit meer wakker te hoeven worden. Aan de keukenmuur hangt een krijtbord: Happiness is not a destination; it is a way of life.
6.45 am, je zou denken dat we bijna klaar zijn. Helaas is er een tekort aan ambulancepersoneel en dus wordt er 14 uur per shift gewerkt. Er wordt namelijk gekort op de subsidie omdat ze hun targets niet halen. De targets worden niet gehaald omdat ze met te weinig personeel zijn. Een erg deprimerende vicieuze cirkel.
Een 45 jarige man met heel veel pijn, ergens in de onderbuik of liesregio. Zoveel pijn dat hij niet kan zitten, staan noch lopen en maar blijft overgeven. Snel morfine erin, wat nog vrij lastig is als iemand niet stil kan zitten/liggen/staan van de pijn, arme man. Ik denk nierstenen, galstenen, hernia inguinalis, torsie van de testikel, epididymitis? Het doet er niet toe, we zijn tenslotte de ambulance.
Ondanks het gehobbel en de sirene val ik zowaar in slaap achter in de ambulance, ik ben kapot! Gelukkig komt de volgende melding binnen om me weer scherp te krijgen, een 20 maanden oud meisje met een zuurstofgehalte van 80%, dat klinkt niet goed. En dus doorkruisen we nog eens Cambridgeshire – nu in het donker – om het arme schaap snel aan zuurstof te leggen en af te leveren in het Addenbrooke’s.
In m’n scrubs loop ik naar huis, m’n arme lichaampje kan het niet meer opbrengen om me om te kleden, wat een dag!
Niks voor mij de ambulance, ik vind het bijzonder onbevredigend dat ik niet weet hoe het afloopt met de patienten, ik weet niet eens welke diagnose ze opgeplakt krijgen!
I love the action but I miss using my brain.

20130320-163003.jpg

20130320-163012.jpg

20130320-163021.jpg

20130320-163035.jpg

20130320-163050.jpg

20130320-163056.jpg

20130320-163115.jpg

20 March 2013
by myrthe
0 comments

London

Ik begin te merken dat ik oud word. Na 3 uur slaap in de trein naar Londen heb ik het toch een beetje zwaar. Gelukkig hebben we een helder doel voor ogen: The hummingbird bakery! Wederom blijkt Poppy goed te zijn op internet, we hebben een schoon en goedkoop B&B zonder breakfast op 2 minuten lopen van de Tower Bridge. Ideaal om even een middagdutje te doen en klaar te stomen voor een bezoekje aan Harrods. Omdat we beiden al vaker in Londen zijn geweest hoeven we gelukkig geen toeristische dingen te doen en (slaap)wandelen we heerlijk in de zon langs The River Thames. Wel heb ik reeds op internet (trying to keep up with Poppy) kaartjes gekocht voor de Lichtenstein expositie in het Tate museum, dus nu moeten we wel. It was a good one, ik vind het mooi en voel me erg cultureel. Heerlijk tussen de locals curry gegeten met Airelle en Igi bij Masala zone in het bruisende Convent Garden en dan mogen we eindelijk horizontaal.
Na een heerlijke, wederom lokale brunch met pancakes met aarbeien, frambozen en maple syrup, ditkeer met Brenda, spreken voor de ‘lunch’ af met Emma in M&M’s World. Poppy kijkt haar ogen uit in het vier verdiepingen tellende gebouw, enkel gevuld met M&M’s en nutteloze accessoires en ik lunch na lang dubben met enkel witte en zwarte M&M’s, het is tenslotte zondag.
Vandaag is het officieel St. Patricks day en dus gaan we naar de parade en een groen festival op Trafalgar square. Het is een chaos met veel Guinness en black pudding, wat gestold bloed blijkt te zijn, bah! Emma weet te vertellen dat het er op het Japanse festival laatst heel anders aan toe ging. Iedereen staat netjes met zijn allen in lange rijen geduldig op zijn beurt te wachten, Japanese people are very good at queuing.
Na toch een wel erg toeristische onderbreking bij teashop Fortnum and Mason spreken we met vriend Rob af voor a cup of tea bij Selfridges. Alle mooie, oude warenhuizen hebben we nu afgevinkt, ik ben tevreden.
Tot mijn grote vreugde is Rob ook een enorm fan van zoetigheid en komt hij met het briljante plan om te dineren bij Haagen-Dazs, I’m in! En zo verlaat ik een paar uur later Londen met de trein, wederom met een beetje een onpasselijk gevoel. Gelukkig komt het dit keer door de enorme hoeveelheid suiker. It was worth it.

20130320-113432.jpg

20130320-113618.jpg

20130320-113658.jpg

20130320-113723.jpg

20130320-113803.jpg

20130320-113813.jpg

20130320-113820.jpg

20130320-113842.jpg

20130320-113902.jpg

20130320-113916.jpg

20130320-113933.jpg

20130320-113947.jpg

20130320-114001.jpg

20130320-114038.jpg

20130320-114106.jpg

20130320-114123.jpg

20130320-114145.jpg

20130320-114236.jpg

20130320-114256.jpg

20130320-114313.jpg