Myrthe Sonneveld

Bonaire

| 0 comments

Na een korte nacht word ik door Coen en Anne opgehaald bij mijn huis. Anne is zo lief om ons naar Hato te willen brengen, dat scheelt weer twee dagen parkeergeld. Na het inchecken drinken we met z’n drieën een lekkere kop koffie en komen we net op tijd tot de ontdekking dat de tijd waarvan we dachten dat we door de douane moeten de boarding tijd is, opschieten dus.

Eenmaal door de douane worden we er aan herinnerd dat je op Curacao nooit te laat kunt komen. We wachten bijna een uur op het vliegveld en nog eens een uur in het vliegtuig op transfers uit Venezuela. Eenmaal aangekomen op Flamingo Airport Bonaire zijn we binnen no time bij onze bed and breakfest ‘The Lodge Bonaire’. Een erg gezellige lodge, op loopafstand van de supermarkt, autoverhuur, het strand en het bruisende centrum van de hoofdstad Kralendijk.

Het blijkt in verband met de zomervakantie één van de drukste weekenden van het jaar te zijn. Het duurt even voordat we hebben geluncht en een auto hebben geregeld en tegen die tijd kan ik helaas niemand meer vinden om me te duiken. Gelukkig kom ik in oktober weer terug! Omdat de hoofddoelen van dit weekend chillen, bijslapen, uitrusten en ontspannen zijn besluiten we met een boek op het strand te gaan liggen. Na mijn dagelijkse baantjes zwemmen – maar dit keer op Bonaire – val ik als een blok in slaap. Doelen behaalt.

’s Avonds met onze enorme truck op naar Kralendijk. Het rijbewijs van Coen is gestolen op Curaçao (lang verhaal) dus mag allen ik in deze enorme unit rijden. We zouden zo onze hele familie (zelfs ik) en een kudde schapen kunnen vervoeren. Het bruisende Kralendijk blijkt erg dichtbij en toch wat klein en niet zo bruisend te zijn. Aan de boulevard zit een enorme rij met leuke restaurantjes en na ze allemaal te hebben bekeken kiezen we toch voor het bekende ‘It rains fishes’. Reeds door Rinske aan ons aanbevolen.

Heerlijk gegeten en dan na een beetje lezen vroeg slapen om de volgende dag vroeg op staan voor onze Tour de Bonaire. Bonaire is met zijn 16.000 inwoners enorm klein maar naarmate we verder van de bewoonde wereld komen wordt het mooier. De zee is nog blauwer dan bij Curacao en de flamingo’s meer roze. Na een halve dag toeren en een lunch in onze lodge gaan we op naar deandere kant van het eiland waar gesurft gaat worden!

Het surfen valt door de enorm harde wind (24 knopen), de zee-egel in Coen zijn voet en het ondiepe water waardoor je zonder zwaard moet surfen een beetje tegen. De enorm mooie blauwe kleur van het water maakt een hoop goed. Na weer een paar uur uitrusten van de zware inspanning is het alweer tijd om naar Flamingo Airport te gaan.

We vliegen terug met een minivliegtuig voor maar 17 personen welke enorm veel herrie maakt, een hele belevenis zo over die enorme zee. Gelukkig zijn we dit keer wel op tijd om weer opgehaald te worden door Anne.

Wat een geruststelling, op Curaçao is alles verlopen zoals elk weekend en dus kan ik meteen aansluiten bij de Mac en daarna door naar Wet&Wild.

Leave a Reply

Required fields are marked *.